Translate

zondag 18 augustus 2013

BLIKKEN WERPEN EN KOU MAAKTE DE PUINGUÏN


Wij zien onszelf als tegenover de wereld staan. Wij zijn ons bewust in de wereld, we werpen blikken en luisteren.
Toch klopt deze visie niet. We werpen geen blikken, het licht dringt bij ons naar binnen, of we willen of niet. Sommige dingen zouden we veel liever anders willen zien. Ook luisteren we niet, maar geluid dringt ook maar al te vaak ongewild naar binnen. Bijvoorbeeld in de vorm van geluidhinder of iets wat we niet willen horen.



We kunnen ons bewustzijn niet (nauwelijks) uitschakelen, we bezitten niet ons bewustzijn, ons bewustzijn bezit ons. Door ons bewustzijn komt de wereld naar binnen, het is de wereld.
Binnen in ons om deze beeldspraak te gebruiken, is leegte, vacuüm, waardoor er ruimte is voor de wereld om door de gaten van onze oren en ogen naar binnen te treden. We leven de wereld, alles is met alles verbonden. Als we bijvoorbeeld een boom waarnemen, of een piano zijn daar in een split second duizenden associaties mee verbonden. We leven niet in de wereld, we leven de wereld. De wereld is bewust in ons. We zijn een kruispunt van gebeurtenissen.



Voor evolutie geldt iets soortgelijks. Het is niet de pinguïn die die zich aan de kou aanpast, de pinguïn werd door de kou en miljarden andere factoren gecreëerd. Zo heeft de hele wereld met miljarden factoren ons bewustzijn gecreëerd. 

Maar het merkwaardige is nu dat er juist niets is gecreëerd. Er zit als het ware een soort vacuüm in ons binnenste waarin de wereld als het ware binnenvalt, inclusief onze gedachten.
Je zou dit aan de hand van het schilderij The human condition van Margritte kunnen demonstreren.


 
The human condition 1933

In de geschilderde wereld neem je geen doek waar, er zijn bomen, planten maar geen doek. Toch is het er, anders kon de geschilderde wereld niet bestaan. Het schilderij beeldt eigenlijk een geschilderde wereld in een geschilderde wereld af en houdt ons zo een spiegel voor. In onze wereld is ook geen doek waarneembaar, maar toch moet er iets zijn tegen welke achtergrond alles verschijnt. We nemen dat niet waar, het is niets. Toch bestaat het anders zou de wereld niet bestaan. Zou er nog een hoger niveau zijn waarin datgene tegen welke achtergrond onze wereld verschijnt zichtbaar is? Dat is een vraag die het schilderij stelt (aan mij althans). Datgene waartegen de wereld verschijnt voelen we aan als in ons aanwezig, technisch wetenschappelijk gezien klopt dat echter niet. In het heelal bestaat geen niets, het is niet denkbaar en als we het dan al denken is het iets. Soortgelijke dingen worden vreemd genoeg ook van Tao gezegd, "De essentie van Tao is dat het niet uitgedrukt kan worden. Als men denkt het wel te kunnen uitdrukken, dan is het niet Tao." Tao is immers vormloos en niet gebonden aan een vorm (wikipedia)



In de vorige blog hebben we gezien dat een microwereldwezen alles tot in de details waar kan nemen en beschrijven. Er moet echter heel wat gebeuren en ze moeten enorm veel weten vóór ze een frambozenijsje etende John, compleet met de bijbehorende emoties te beschrijven.
Het beschrijven van de frambozen etende Joh is een kwestie van uitzoomen. Voor ons geldt hetzelfde, we weten niet van welke structuren we deel uitmaken omdat we niet uit kunnen zoomen. Misschien maken we wel deel uit van één groot kosmisch frambozenijs eten.
Het ontdekken van ons schilderdoek vergt ook uitzoomen, maar dan op een andere manier, het lijkt makkelijker maar het is in feite moeilijker. We moeten als het ware naast onze wereld gaan staan, uitzoomen is niet genoeg. Pas dan weten we waar we deel van uitmaken.



De wetenschap zoomt steeds verder uit, maar hoe kunnen we naast de wereld gaan staan.
Hoe doen we dat? Heel simpel, dat doen we al, de hele dag, maar toch kunnen we juist daarom niets waarnemen.
 

Wordt vervolgd.