Translate

donderdag 10 oktober 2013

DE PARADOX VAN JANSEN


Mensen die vinden dat de vorige blog echt nergens over gaat hebben het goed begrepen.
Het gaat echt nergens over. 


De zon zwelt op.

Ter illustratie een verhaal:
We schrijven 2000000013ad de mensheid bestaat, na een aantal “bijna zelfuitroeiingen”, tot haar eigen verbazing nog steeds. Wel wordt de zon steeds groter, de zonneschijf zoals die te zien is in de hemel, is inmiddels verdriedubbeld. Tv programma’s zijn niet meer te harden en de politiek heeft er nu echt een rotzooi van gemaakt. Wat betreft het denken is het reductionisme de dominante denkstroming in 2000000013. De mens wordt gezien als een structuur, een informatie houdende, zeer complexe deeltjesstructuur. 

Ook de techniek is twee miljard jaar voortgeschreden.
Het maken van 3d prints van mensen is geen enkel probleem meer. Tot op de kleinste muggenbeet, moedervlek, herinnering, onhebbelijkheid, tot op het kleinste deeltje nauwkeurig kan men mensen uitprinten en wel bliksemsnel en up to date tot op de seconde. Dit doen computers van het type hintler met een vermogen van 10⁵⁰ yottabytes en beheerd door technocraten en artsen. Alleen de grondstoffen, koolstof, kalk, een beetje magnesium etc. stopt men er in en er rolt een mens niet te onderscheiden van het origineel uit. Ook de print onderscheidt zichzelf niet van het origineel, hij heeft immers precies dezelfde herinneringen, gevoelens, gedachten etc. Dit zijn allemaal uitingen van elektrochemische processen die exact gekopieerd worden.
Ingeval van ziekte dan wel onmaatschappelijk gedrag kan hintler de betreffende menselijke eenheid uitprinten, maar dan zonder de betreffende ziekte dan wel onmaatschappelijke neiging.



Hierbij wordt het principe van “substitutie”, vervanging gehuldigd. Het origineel word op het zelfde moment dat de print in werking treedt vernietigd, door onthoofding, uiteraard na plaatselijke verdoving om het origineel zo weinig mogelijk te laten lijden.
Vaak is het nodig om enige overtuigingskracht, druk, of zelfs een lichte vorm van verantwoord geweld om bestwil op het origineel uit te oefenen. Het is echter te duur om ook het origineel te bewaren, vele printen moeten na verloop van tijd als ze opnieuw ziek worden of onmaatschappelijke trekjes krijgen weer ge-reprint worden. Soms veranderen de opvattingen aangaande maatschappelijk gedrag.
Al die originelen bewaren zou veel te duur zijn, ook in 2000000013 moet immers meer dan ooit bezuinigd worden. Bovendien is het een aantal malen voorgekomen dat het enkele origineel, dat aan hintler wist te ontsnappen, de print heeft beschadigd. 

De print, met dus dezelfde herinneringen als het origineel, is echter steevast enthousiast. De ziekte is weg, ze hebben geen pijn meer, ze worden weer als volwaardige leden van de samenleving geaccepteerd. De print herinnert zich dat hij een ogenblik verschrikkelijk maar onnodig bang was voor zijn vernietiging. Dat hij na een raar gevoel aan zijn nek, plotseling tot de orde van de dag overging. Waarbij ziekte en pijn waren verdwenen. Het was toch allemaal voor zijn eigen bestwil, gelukkig hebben de technocraten achter Hintler zijn behandeling doorgezet. 



Uiteraard is het nodig om vergunning voor deze substitutie aan te vragen, om bij een griepje tot meteen tot printen over te gaan, gaat erg ver. Maar ingeval van een blindedarm is het zeker de moeite waard en de meest pijnloze behandeling.  

Op een dag besluit men dat, gezien de zwellende zon, een elite van de aardbewoners op Mars een kolonie moeten gaan stichten. Uiteraard worden er geen miljoen raketten meer gelanceerd anno 2000000013, maar worden de aardbewoners op grote schaal naar Mars geprint, ook nu op basis van vervanging.
Originelen stappen letterlijk doodnerveus hintler binnen, ze voelen kort iets onaangenaams aan hun nek en bevinden zich vrijwel op hetzelfde moment op mars, als print. Zelfs met de vijf lichtminuten tussen mars en de aarde wordt rekening gehouden. 

P. Jansen (P. Johnson) behoort tot de “uitverkorenen”. Doodsbang stapt hij de computer binnen. Op het laatste nippertje weet hij opzij te duiken zodat de onthoofding in de computer mislukt. Met hulp van vrienden weet hij uit de computer te ontsnappen en te vluchten. Nog jaren kon hij in zijn stamkroeg voor “ongeneeslijke romantici” gezeten achter een lekker glas bier, het sterke verhaal vertellen dat er op Mars een gek rondloopt die denkt dat hij P. Jansen is.  



Wat wringt in dit verhaal.
Jansen is niet op twee plekken tegelijk omdat er een exacte kopie van hem rondloopt. P. Jansen die de Hintler binnenloopt gaat gewoon dood als ze hem onthoofden en wordt niet wedergeboren op Mars. Hij heeft terecht doodsangst, Hintler is een moordenaar.
Na zijn ontsnapping is hij gewoon in zijn stamkroeg. Hij gaat gewoon dood en zal niet op mars herrijzen. Al denkt zijn print dat hij een herrezen Jansen is, ook deze print zal nooit bijvoorbeeld op Jupiter herrijzen als men dat wil.
Voor de ik, de Jansen is in het geval dat hij gekopieerd wordt 1+1-1≠1 maar is 1+1-1=0 en is 1+1≠2 maar 1+1 blijft gewoon 1. Dit weet hij als het ware a priori, daar is geen bewijs voor nodig.
De paradox van Jansen is dat ondanks het feit dat hij gereconstrueerd wordt, hij toch sterft.

Reductionisten zullen dit bestrijden, een mens is een samenstel van deeltjes, elektrochemische processen en is in principe gewoon te kopiëren. Toch zien ze iets over het hoofd, liever gezegd ze zien “niets” over het hoofd.
Misschien lopen er op dit moment al exacte kopieën van ons rond. Als ruimte en materie oneindig is dan valt dat wiskundig aan te tonen. Het aantal mogelijke combinaties is niet oneindig. Nietzsche sprak over ewige wiederkehr des gleichen. Ook natuurkundigen bijvoorbeeld Brian Greene The Hidden Reality: Parallel Universes and the Deep Laws of the Cosmos (vertaald in het Nederlands), (2011), onderbouwt het feit dat er kopieën van ons zouden kunnen bestaan in parallelle universa.



En toch bevinden we ons maar op één plaats en vinden geen troost bij het feit dat er wellicht exacte kopieën van ons bestaan. 
Misschien dat er wel helemaal geen niets bestaat buiten ons, maar wel in ons.
Tegen de achtergrond van hetgene waar we het meeste angst voor hebben, het niets, de dood, verschijnen onze gedachten.

Valt hier meer over te zeggen, klopt het reductionisme niet?