Translate

zondag 22 december 2013

BESTAAT DE GELE RIVIER?


Je hebt werktuigen.
Organen en ledematen en zintuigen zou je ook als werktuigen kunnen zien.
Het vreemde met de hersenen is dat ze zowel als werktuig en gebruiker worden gezien, er wordt immers gesteld dat wij onze hersenen zijn en toch zegt men “gebruik je hersenen”.


Vuistbijl
 
Je hebt duizenden verschillende soorten werktuigen. Het kenmerk van een werktuig is dat het helpt een mogelijkheid, een idee  te vervullen.
Je hebt een plank en een spijker. Het idee is om die spijker in de plank te slaan. Dus vind je de hamer uit om dat idee te vervullen. Je hebt dingen die ver weg gebeuren en je wilt ze hier zien. Dus vindt je de televisie uit.
 
Een vogel 
 
In de natuur lijkt ook een soort doel-oorzakelijkheid werkzaam te zijn.  Je hebt een dikke atmosfeer en je wilt je sneller en minder bereikbaar kunnen verplaatsen dan concurrenten en belagers. Wat krijg je dan, juist, een gebruiker met vogelwerktuigen.
Je hebt honger en er lopen overal pijlsnelle antilopen rond, wat krijg je dan, de cheetah.
 
 
Gaan we een stapje verder.
Je bent taxichauffeur in London en je wilt geld verdienen, de
samenleving eist dat. Daarom moet je feilloos en snel de weg kunnen vinden in een drukke stad.
Wat krijg je dan, aanpassingen in de hersenen (zie wikipedia bij hippocampus).


 Je hebt hier eerst het idee, ik wil beter de weg vinden, daarna ontwikkelt zich het werktuig, in de vorm van voorzieningen in de hersenen die het idee “de weg feilloos vinden”mogelijk maken.
Als taxichauffeurs ( en chauffeuses) hierdoor zodanig succesvol worden dat ze zeer aantrekkelijke partners worden, zal de voorziening zich in de genen van de mensheid vastzetten.  De chauffeurs met de meeste aanleg voor extra hersenmassa zijn het succesvolste en zullen zich immers vaak voortplanten.


Otto Lilienthal
 
Niettemin was er eerst het streven, het idee, “ik wil de weg vinden”, en toen de voorziening, het werktuig, een aanpassing in de hersenen.
Aldus zijn onze hersenen werktuigen van strevingen en ideeën.
Zo kan men ook bewustzijn zien, als mogelijkheid. Eerst een idee/mogelijkheden die zich in de loop van miljoenen jaren in materie gerealiseerd heeft.
Je hebt lucht en wind waar je in zou kunnen vliegen, in principe heb je dan al een vogel.
Je hebt water waar je in zou kunnen zwemmen, in principe heb je dan al een vis.
Je hebt natuurwetten en de verhoudingen uitgedrukt in de wiskunde, in principe heb je dan al intelligentie en logica, een mens.
Er is als het ware de wens, de wil om deze logica te beheersen, dat levert voedsel op en werd aantrekkelijk gevonden, dus gewenst.
Het idee en de logica is er dan al, de materie vormt zich om de in de natuur inherente logica heen, waardoor de logica zichzelf kan beschouwen.


 De stoïcijnen beschouwden de logica als een soort goddelijk principe, zowel in de natuur als in de mens werkzaam.
Het zijn dus ideeën die al bestaan die zich verwerkelijken in de materiële wereld.  Een denkwijze die je al bij Plato ziet. Zo bezien draaien filosofen al eeuwenlang om dezelfde hete brij.
Er wordt, op de zeer lange termijn, over soorten heen, als het ware gewenst, er heerst wishful thinking.
Materie volgt ideeën. Althans wat wij wensen noemen.
Je wilt de lucht in, springen, vliegen en je wordt een vogel.
Je wilt antilopen eten en je wordt een cheetah.
Je wilt de inherente logica in de natuur beheersen en je wordt mens.
Je wilt de weg kunnen vinden en er wordt een voorziening daarvoor in je hersenen aangelegd.


 Wat wij wensen noemen is willen, een idee.
Gezien alle mogelijkheden wordt er blijkbaar vrij gewenst, misschien ligt hier de vrije wil. Deze denkwijze volgend zou je jezelf kunnen afvragen of er misschien een soort oerwens -wil, -idee is? Bergt de oerknal een soort oerwens in zich, niet in taal te vatten, waarna alles zich aan de hand daarvan verder “wenst”, ontwikkeld? Redelijk vaag maar een leuk idee.
 
Zo bezien zijn onze hersenen dus wel degelijk een werktuig en wel in dienst van een soort wil, die ons heeft laten vliegen, zwemmen antilopen vangen en denken. Interessant is wat dat betreft dat hersenen gelaagd zijn, we hebben nog steeds reptielen (vissen) hersenen, de kleine hersenen en het verlengde merg, zoogdierhersenen en uiteindelijk de grote frontaalkwabben. We hebben nog steeds de reflexen van een reptiel in ons. Het is als het ware een systeem waar in de loop der evolutie allerlei modules aan toe zijn gevoegd.

Gedeeltelijk is dit systeem ook een sociaal systeem, de maatschappij eist iets van onze hersenen, ze zijn ook het werktuig van de sociale structuur die eist immers dat wij een goede taxichauffeur worden. Zonder medemensen zijn/worden we geen mens.
Onze hersenen zijn dus geen op zichzelf staande structuren maar een werktuig van “de natuur” en “de menselijke samenleving”. Bedenk daarbij dat de samenleving uiteindelijk ook natuur is.



Stoïcijns filosoof keizer Marcus Aurelius.

Onze logica, de verhoudingen en wetten die wij kennen, ons denken wordt beheerst door dezelfde inherente logica als de natuur, een idee dat teruggaat tot de stoïcijnen en eerder.
Kant draaide de zaak om, de natuur die wij waarnemen en de logica daarin weerspiegelt ons denk en perceptievermogen. Datgene wat ons perceptievermogen te buiten gaat zullen we nooit kunnen kennen. We kunnen de dingen alleen zien zoals we ze ervaren, welke technische waarnemingsmiddelen we ook zullen ontwikkelen. Er blijft een onbereikbaar systeem buiten ons en ons kenvermogen.
De Stoïcijnen en Spinoza vergoddelijkten als het ware de natuur en de inherente logica, de logos die in ons en de natuur werkzaam is.
Anderen juist dat onbereikbare residu waarvan niemand weet hoe omvattend het is en wat het is, het “ding an sich”. “Er is meer tussen hemel en aarde vriend Horatio”om met Shakespeare te spreken, hoewel die het ook niet kon weten.  

 

Hamlet

Horatio en Marcellus zien de geest

 
Johan Gotlieb Fichte (1762-1814) ontkende het “ding an sich”en stelde het ik, het subject centraal. De hele wereld zou voortkomen uit het subject dat zichzelf “stelt” en een weerstand schept, de wereld die het waarneemt maar die er onderdeel van is. Er kan niet zoiets bestaan als een onwaarneembaar residu, er bestaat alleen maar het subject en niets buiten het subject. Een leuke maar nogal radicale opvatting. 
 
In Bertold Brecht, “Turandot of het congres van de witwassers”komt de volgende parabel voor.

 De leraar: Si Fu wat zijn de grote vragen van de filosofie.

 Si Fu: Bestaan de dingen buiten ons, op zichzelf en ook zonder ons; of bestaan de dingen voor ons en niet zonder ons?

De leraar: Welke mening is de juiste?

 Si Fu: Dat is nog niet uitgemaakt.

De leraar: Welke mening heeft op het ogenblik de voorkeur van de meeste filosofen?

 Si Fu: De dingen bestaan buiten ons, op zichzelf en ook zonder ons.

 De leraar: Waarom is de vraag nog niet opgelost?

 Si Fu: Het congres dat er over moest beslissen werd, zo’n tweehonderd jaar geleden gehouden in het klooster Mi Sang, gelegen aan de oever van de gele rivier. De vraag luidde: Is de Gele Rivier werkelijk of bestaat ze alleen in onze hoofden.
Maar tijdens het congres dooide de sneeuw in de bergen, de gele rivier trad buiten haar oevers en sleurde het klooster Mi Sang met alle congressisten mee. Zo is het bewijs dat de dingen buiten ons, op zichzelf en ook zonder ons bestaan, niet geleverd.
(Geciteerd uit “Geschiedenis van de filosofie van H.J. Störig ).



Turandot of het congres van de witwassers
 
Over het algemeen stelt men tegenwoordig dat “de werkelijkheid” met betrekking tot kennis niet bereikbaar/relevant  is, wetenschappelijke thesen worden op werkbaarheid en falsificeerbaarheid getoetst, zaken zijn alleen nog maar waarschijnlijk.
Maar misschien zijn we als in vorige blogs ook genoemde ruimtehond, die er absoluut geen idee van kan hebben wat er met hem gebeurde.  Misschien benadert Shakespeare de “werkelijkheid”.  Niemand weet het .


Maar waarom weet niemand het? 
Door de evolutie laten onze hersenen ons vooral dingen weten en ervaren voor zover die van belang is voor ons voortbestaan, hoewel niet altijd (vgl pauwenveren). 
Kennis- en ervaringsmogelijkheden die een directe bedreiging voor ons voortbestaan zouden vormen worden evolutionair uitgeroeid. Gebrek aan doodsangst bijvoorbeeld. Maar ook bijvoorbeeld de mogelijkheid om voortdurend in een uitermate gelukzalige toestand te verkeren dankzij verheven kennis.  Deze geestestoestand heeft het niet (nauwelijks) gehaald omdat het blijkbaar voedselverwerving en voortplanting in de weg staat. Druggebruikers , mensen van wie bepaalde hersendelen gestimuleerd worden en mensen met een “bijna doodervaring” maken wel gewag van een dergelijke toestand. Helaas hebben ondraaglijke psychotische angsten en depressies het wel gehaald. Hier faalt het werktuig. Of faalt de gebruiker, in de vorm van de natuur en samenleving?


zaterdag 14 december 2013

DRAAIMOLENS, WERKTUIGEN EN KAARSEN


Stel je zit in een draaimolen. Je kunt je dan inbeelden dat de draaimolen draait en de wereld stilstaat. Dit geldt in feite voor alle draaien.


Stel dat je je bijvoorbeeld op de maan bevindt. Ook dan kun je je verbeelden dat de aarde rond de maan draait. Probeer maar!


Er is geen universele scheidsrechter die zich tegen deze verbeelding verzet, niemand kan zeggen dat het niet waar is.
Hetzelfde geldt voor de aarde en de zon.
Meestal laten we de het kleine bolletje rond de grote draaien, maar het is ook mogelijk je voor te stellen dat de grote bol rond het kleine bolletje draait. De zon trekt zich met zijn zwaartekracht naar de aarde toe, zo kun je het ook bekijken.


Eeuwenlang hebben we de zon rond de aarde laten draaien, onder meer met behulp van de inquisitie.
Het is niet zozeer dat we ontdekt hebben dat de aarde rond de zon draait, maar we hebben hem (voor onszelf) rond de zon laten draaien, waardoor ons perspectief op alles compleet veranderde. Maar in feite draaien hemellichamen om elkaar heen. 


De Spaanse inquisitie

In de vorige blogs hebben we de boel omgedraaid door te stellen dat de genen en de elektrische structuren er niet zijn voor de koolstofstructuren, waar het leven uit gemaakt is, maar andersom. De koolstofstructuren zijn werktuigen van de genen en elektrische structuren. Vergelijk het met een soort vuur dat het bos gebruikt om te branden.
 

Overigens vindt er als we over werktuigen en instrumenten (tools) praten in het dagelijks taalgebruik ook een vreemde omkering plaats. We zeggen “de hamer slaat”, “het mes snijdt niet meer omdat het bot is”, “de schaar knipt”, de “klok meet de tijd”.
In werkelijkheid echter slaan wij met een hamer, snijden wij niet meer omdat we het mes te bot vinden, knippen wij met een schaar en meten wij de tijd met behulp van een klok.
De wapenlobby in Amerika heeft hier een variant op gevonden. Wapens doden niet maar mensen doen dat. Omdat wapens echter het doden aanzienlijk vergemakkelijkt, vind ik dat ze absoluut zoveel mogelijk uitgebannen moeten worden. 


Dat een hamer niet slaat en een schaar niet knipt begrijpen we nog wel.
Hoe ingewikkelder het apparaat hoe moeilijker het onderscheid tussen instrument en gebruiker. Bij een klok wordt het al moeilijker en met computers is het echt moeilijk.
Computers denken, zien, tellen, berekenen en herkennen dat het een lieve lust is.
Het is echter niet zo dat de computer denkt en rekent. Wij denken en berekenen en herkennen met behulp van een computer. Het zijn gewoon werktuigen net als hamers.
Als wij denken dat kunstmatig bewustzijn mogelijk is, verwarren we instrument en gebruiker dan niet? Ik weet het niet, hierover later wellicht meer. 


Nog moeilijker wordt het met taal. Taal is ook een instrument net als een hamer of zaag. Aanvankelijk bedoeld om aan te geven waar voedsel is. Onze stembanden zijn instrumenten. Taal dient ervoor om onze gedachten te verwoorden. Of denkt de taal toch in ons? Wordt ons bewustzijn door taal mogelijk gemaakt of is het ons bewustzijn dat de taal mogelijk maakt?
Ons onderbewuste is misschien niet talig, maar dat is dan ook geen bewustzijn.
Ik denk dat er eerst bewustzijn is en dan taal. Hierover later meer. 


Onze stembanden zijn dus een instrument, daar kunnen we nog inkomen.
Lichaamsdelen zijn in sommige opzichten ook instrumenten, onze handen om te grijpen onze voeten om te lopen.
Pas echt moeilijk wordt het met betrekking tot onze hersenen.
Met betrekking tot onze hersenen geldt, “zijn we onze hersenen of gebruiken we ze alleen”.


Anders gezegd, waar houdt het werktuig op en begint de gebruiker? Houdt het werktuig wel op ten behoeve van een gebruiker?
Met de hamer is het makkelijk, de gebruiker begint bij onze hand.
Bij de computer is het ook nog te doen, de gebruiker begint bij onze biologische hersenen die de computer aanvankelijk zijn opdrachten heeft gegeven. Maar dan? Waar houden onze hersenen als instrument op en beginnen wij? Deze vraag lijkt moeilijker dan hij is. Als je de vraag “waar eindigt de kaars en begint de vlam” kunt beantwoorden kun je deze vraag ook beantwoorden.
Het resultaat van de hersenen is tegelijkertijd de gebruiker. Voor de hersenen geldt dus, het product van het werktuig is tegelijk de gebruiker ervan. Een werktuig dat door zijn eigen product gebruikt wordt, een vicieuze cirkel. Zouden we een computer kunnen maken die zowel werktuig als gebruiker van zichzelf is?
En wat voor hersenen geldt, geldt dat ook niet voor taal. Taal zou bewustzijn voortbrengen en bewustzijn gebruikt taal.


We hebben gezien dat voor leven ook op kan gaan de vergelijking van een vuur dat het bos gebruikt om te branden.
Elektro magnetisme reageert met koolstof om het leven via evolutie vorm te geven aldus een manier van de zaken bekijken.
We weten nog te weinig om vergaande conclusies over leven te trekken.
 
 
Walvishaai, een vis
 
 
Potvis
 
In de zee zien we dat twee dieren met totaal verschillende achtergrond in hetzelfde milieu op elkaar gaan lijken. Een walvis lijkt op een vis en er zijn ook visgelijkende reptielen geweest.
Vaak zie je dat evolutie dezelfde oplossingen in dezelfde omstandigheden zoekt.
Zou het een inherente eigenschap van leven zijn om uiteindelijk bewustzijn te genereren.
Of, breder geformuleerd, is het een inherente eigenschap van materie en krachten om bewustzijn voort te brengen?
Daarvoor zouden we leven op meerdere planeten (zo dit bestaat, hoogstwaarschijnlijk wel) moeten kunnen bestuderen, om te kijken of het elektromagnetisme gekoppeld aan koolstof misschien wel standaard bewustzijn genereert. Net als de zee standaard een visvormig wezen voortbrengt.