Translate

zaterdag 5 juli 2014

OVER GRENZEN, MUZIEK EN REFERENTIE



Grenzen
 
Waar eindig ik en begint de wereld. Bij mijn hoofd, maar waar in mijn hoofd, bij mijn nek, schouders, romp, been, de bank waar ik op zit, mijn huis, stad land, planeet etc. etc. Een lichtstraal wordt in het oog omgezet in een zenuwprikkel in de hersenen, maar wat ontvangt deze prikkel nu en wanneer houdt deze op "(buiten)wereld" te zijn. Een elektrische impuls is ook buitenwereld.


Er is geen echte grens, bewustzijn versus wereld. Uiteindelijk zijn we abstracte begrippen, functies van ladingen, cijfers zo men wil, en die zijn per definitie niet begrensd.Taal is uiteindelijk een code afgeleid van onze elektronische denk code. Vraag is, waar is die denkcode weer van afgeleid. In feite is de hele wereld een soort codesysteem, een representatiesysteem. Aldus is de hele wereld wat wij informatie noemen op allerlei niveaus. Taal is een code die de "buitenwereld" tracht te representeren. De buitenwereld is ook een code, bestaand uitcellen en deeltjes, organismen. Organismen zijn levende codes denk aan de DNA code. Ook deeltjes vormen samen codes en dat gaat door tot niveau's waarvan wij het bestaan nog niet eens vermoeden. Met onze geboorte participeren we plotseling in een duizelingwekkend codesysteem.


Althans vanuit ons gezien, uiteraard zijn er geen codes, er zijn in feite geen objecten alles "is" gewoon maar wij redeneren terug vanuit onszelf.
Of toch niet? Vissen kennen codes met kleuren, zelfs planten kennen codes. Verkleurt een vis dan duidt dat op woede, krijgt een plant prachtige kleuren dan wil hij zich voortplanten door de bijen te lokken etc.


Natuurwetten, wiskundige verhoudingen bepalen hoe gebeurtenissen zich zullen ontwikkelen, de wereld ontwikkelt zich als een muziekstuk. Er lijkt een soort oerpartituur te bestaan buiten tijd en ruimte die toen er eenmaal tijd en ruimte was de gebeurtenissen reguleerde, waarop de wereld improviseert, als ware het een groot concert, een partituur die zichzelf speelt.
Een partituur met maar enkele thema's waarop eindeloos gevarieerd kan worden, een wiskunde, waarvan wij maar een (klein?) deel kennen. Wiskunde als metadata voor de werkelijkheid bestaande buiten, vóór en na tijd en ruimte. Maar ook deze wiskunde kan niet in het niets geworteld zijn, omdat niets slechts voor zich uit stuwt, alles ook deze wiskunde is niet niets.
Het wortelt in het idee der ideeën, de wet der wetten.


Kyrie of Machault’s Messe de Notre Dame, Bibliothèque nationale de France, Département des Manuscrits, Français 9221. Photo credit Gallica.bnf.fr

Ons brein is een onderdeel van een kosmisch muziekstuk, van een wiskunde bestaand ook buiten en vóór tijd en ruimte.


Kandinsky Compositie VII

Hoewel, wij zijn niet van de wereld gescheiden, er is een kosmisch muziekstuk dat we aanschouwen, maar we zijn zelf ook co-dirigent.
De natuur speelt een krankzinnig onbegrijpelijk muziekstuk, aardbevingen, orkanen, oerwouden, sterrenstelsels. Vroeger hadden we een almachtige voorzanger, die hebben we gedood, maar de muziek blijft. Wat is de zin van muziek, muziek.

Paul Klee

Het niets, het ene (zie vorige blog), was één(zaam) en "wilde" "referentie", wat is meer dan het ene. Bedenk, referentie met het zelf is uiteindelijk hetzelfde als bewustzijn. Referentie (ook onderscheidbaarheid) als beweeggrond van de wereld en het bewustzijn.

"Willen" is een soort synoniem voor beweging, voor gebeuren en tijd waarvoor minimaal twee nodig is. Het "(voor)stellen/gebeuren", wat ruimtetijd is.
Het evenwicht was aan het begin verbroken, de chaos geboren en met de chaos de vrijheid naar structuren, de vorming, de creativiteit (flink zweverig).
Ziedaar de partituur. Drie waren geboren, niets, stellen en het gebeuren, de eerste "gedachte" was deze tijd en ruimte als zodanig.
De muziek begon, waarvan wij een onderdeel zijn.
We zijn klanken in een muziekstuk, klanken sterven maar zwellen weer aan, verstillen en worden luider, maar de muziek gaat door, die wij ook zijn. Een groot deel van de muziek horen we niet. Soms horen we het in de verte, dan sterft het weer weg, als de waarheid die zich onthuld dan verhuld, waarvan we het totale thema slechts kunnen vermoeden.


Kandinsky, compositie IV
 
Aldus de wereld der ideeën, waarbij het steeds wijkende "ene" eigenlijk hetzelfde als niets is. Één ding zonder referenties is immers onbeschrijfelijk, beschrijven is vergelijken. Het tot in de diepste grond nergens op lijkende is onbeschrijfelijk, je hebt geen houvast, net als in absolute chaos. In absolute chaos zijn er geen elementen die met andere elementen vergeleken kunnen worden, derhalve beschreven. Het gestructureerde meerdere is  het "zijn" omdat "iets" alleen is ten opzichte van iets "vergelijkbaar" "anders", referentie dus, iets is alleen ten opzichte van iets anders te beschrijven/categoriseren. Waardoor (voor)stellen mogelijk is en tijd en ruimte wordt gegenereerd.

"Het niets: een naam voor de herkomst van de tienduizend dingen.
Het iets: een naam voor de moeder van de tienduizend dingen."
Uit de Daodejing (Vertaling Kristofer Schipper).