Translate

zondag 29 november 2015

DE WIJKENDE TIJD ALS MOTOR


Het verleden bestaat niet meer, de toekomst nog niet en het heden duurt niet. Het gaat hier niet om de natuurkundig begrip tijd maar om tijdsbeleving. In het "heden leven" is in de mode, denk aan mindfulness, toch bestaat dit heden helemaal niet.
Het heden, het moment is oneindig kort. Wanneer is bijvoorbeeld de jaarwisseling “heden”, een miljoenste seconde vóór de jaarwisseling, nee, want dan is het nog oud jaar, een miljoenste erna, ook niet, want dan is het nieuwe jaar al begonnen. Een miljardste second? Ook niet etc..
Wikipedia
Het absolute heden duurt dus niet maar is de bron van alle verleden. Alleen verleden, de waargenomen tijd na het absolute heden, duurt.
We lanceren een raket, 10……5,4,3,2,1,  0.
Stel dat de Romeinen een raket konden lanceren. Ze zouden aftellen X….V, IV, III, II, I, VADE!! (als mijn Latijn klopt, bij de Klassieke Olympische spelen werd bij de start heel hard  de god“Pan” aangeroepen een modern startpistool zegt "pang", zie Asterix).
lancering Apollo 15 Wikipedia
De nul kenden ze niet, hun raket zou bij I op moeten stijgen. De wiskundige en astronoom Brahmagupta uit noordwest India beschouwde als eerste de 0 als een echt getal in het jaar 628, hoewel, ook de Maya’s de 0 als apart getal gebruikten en er zelfs een aparte godheid voor hadden.
Als wij aftellen van 10 tot 0 gebruiken we in feite 11 cijfers. Tien plus de 0 is 11. De 0 geeft aan dat het moment niet duurt, een miljardste seconde na de lancering is de raket al weg, dezelfde tijd ervoor is hij nog niet weg. We laten een raket daarom niet bij 1 opstijgen. In feite beseffen we dat een moment in het absolute heden moment 0 is.
De menselijke geest bestaat niet in het heden, hoe dichter je bij het heden komt hoe reflexmatiger alles wordt. In een fractie van een seconde wordt niet gedacht er bestaat slechts gedrag zonder meer.
Stel de lancering is het heden, de "zero".
Dan is 1 tiende van een seconde vóór de lancering "dichter bij het heden" dan 10 of 1 seconde ervoor. Één honderdste ligt nog dichter bij de lancering/heden, één duizendste nog dichter etc., dus hoe dichter je bij de lancering komt hoe reflexmatiger en gedachtenlozer zaken plaatsvinden. Pas in de verwerking en interpretatie van de lancering, het verleden, zit de geest, vinden gedachten ruimte, in feite komt dit neer op het nagloeien van het absolute heden (ontelbare hedens). (Be)leven is voortdurend verleden vormen, uit het “0 heden”.
Spaar alle verledens van alle tijdsbelevers bij elkaar op, van insecten, vissen, mensen en andere zoogdieren. Je hebt miljarden verledens al naar gelang de module van het individu, een insect heeft een geheugen/bewustzijn van seconden, is een secondepersoonlijkheid, kleine zoogdieren hebben misschien een geheugenboog van een aantal uren, mensen, olifanten en andere ontwikkelde zoogdieren hebben een geheugenboog van jaren. Mensen hebben bovendien nog een duidelijke overlevering zodat ze in feite elementen van de geheugenboog van anderen en vorige generaties deels in zich dragen. Hoe langer de geheugenboog hoe meer “geest”. Een lange geheugenboog maakt taal, interpretatie en anticipatie mogelijk, een ruimer bewustzijn zou je kunnen zeggen.
Een bij Wikipedia
Alle tijdbelevers echter hebben uitzicht op hetzelfde “0 heden”, zolang ze bewustzijn hebben, nee, dit uitzicht is bewustzijn. Als de raket gelanceerd is vliegt de insect meteen weg, de muis kruipt in zijn holletje, de technicus juicht en sommige belastingbetalers verbijten zich. De insectlijke, muiselijke en menselijke geest ontplooit zich. En zo gaat dat door, uit het “0 heden” komen steeds nieuwe gebeurtenissen. De mens met zijn grote geheugenboog kan ze beter voorspellen, benoemen, betekenen. Een dier veel minder of niet.

In de vorige blog hadden we het erover dat een systeem met gigantisch veel op zich op zichzelf domme actoren toch een intelligent systeem kan vormen (Chinese kamer). Zo genereren de pulsen in onze hersencellen bewustzijn en intelligentie. Hier hebben we het dan over een structuur met enorm veel actoren, honderd miljard neuronen, in de ruimte binnen een bepaalde hoeveelheid tijd.
Een structuur met minder actoren in de ruimte op een bepaald moment maar binnen veel meer tijd, bijvoorbeeld miljoenen jaren is even intelligent of zelfs nog intelligenter, bedenk dat er dan wel even veel actoren zijn in die miljoenen jaren, dit is evolutie, die ogen, oren, sonars, vleugels en bewustzijn heeft gemaakt. De evolutie als geheel, als systeem, is daarom intelligent te noemen. Hierbij doel ik niet op “intelligent design”, dat intelligente kracht naast de evolutie veronderstelt. Dat is grote onzin. Ik bedoel de evolutie zelf, als systeem, als machine/mechanisme. Misschien is er een verhouding tussen aantal actoren in tijd/ruimte en mate van intelligentie.
Alle tijdsbelevers “zien vooruit” naar een “0 heden”. Het probleem met de dood is niet dat er geen heden meer is, maar dat er geen verleden meer wordt gevormd. Doodzijn duurt korter dan kort. Een steen vormt geen verleden. Misschien dat dit "0 heden" in zekere mate een “ding an sich” is. Onze zintuigen lopen op de feiten achter, als we iets waarnemen is het al geschied. In feite is het “0 heden” een onthullend fenomeen,  toch ontwikkelen de gebeurtenissen zich niet in het verleden maar juist in het “0 heden”, het verleden bestaat immers niet meer.
Het heden als onthullend fenomeen  (Glennharris.com)
Bij de oerknal is ook de ruimtetijd ontstaan.De vraag is, wat er gebeurde toen er 14 miljard jaar geleden, voor het eerst verleden werd gevormd uit “0 heden” en wat de zin van dit door niemand beleeft verleden was? Wat betekent het dat in een zwart gat of bij de lichtsnelheid de tijd stil staat, geen verleden meer vormt (hier komen we dan weer wel op het gebied van de natuurkundige tijd)?
Stel je de eerste fractie van een seconde verleden ooit voor, het zijn werd voor het eerst onthuld en de "eindeloze" reeks waarom/omdat begon, het begin van causaliteit dus.
www.youtube.com
Er moet dus een korter dan kort “oer” “0 heden” zijn geweest waar ineens verleden uit voortgekomen is, het eerste moment. Net als er nu nog steeds voortdurend verleden uit het “0 heden” voortkomt. Wat dat betreft blijven oerknallen we nog steeds. Vóór de oerknal was er dus een ononthullend ondurend “oer”“0 heden”. Net als vóór ons eigen leven, althans voor zover het te bedenken valt en dat is nu net het probleem, dat is het niet.

Het “0 heden” is een onthullend fenomeen, het laat gebeurtenissen verschijnen (lanceringen, jaarwisselingen etc.), het onthuld de toekomst, maar het is ook een wijkend fenomeen. Dus het “wijkende onthullende” maar omdat het wijkt onthult het voortdurend, "het rolt door".
Pas in het verleden, in de beleving, interpretatie en anticipatie is er bewustzijn, van secondenbewustzijn van insecten tot bewustzijn met overlevering. Dit wijken is geen pechgeval maar juist de kern van het hele mechanisme van de wereld, hier draait de wereld op, juist dit wijken maakt interpreteren en anticiperen wenselijk. Het mysterie is dus de motor. Van primitief interpreteren en anticiperen door bijvoorbeeld insecten om een prooi te vangen, tot uitermate complex door mensen.

Interpreteren (prestentatie.nl)

Waarbij men zich dan ook nog eens moet “bedenken” dat de tijd kort na de oerknal ook niet beleeft werd, zo de tijd althans zichzelf niet beleeft. Maar dat is onzin het woord (be)leven heeft een heel andere grond en duidt op waarnemen en verwerken. Wel kan men zeggen dat de tijd zich door wijkend “0 heden” zich laat beleven. Als een moeder/vader die met opzet terugwijkt om een kind de mogelijkheid te geven de eerste stapjes te zetten, hoewel dit een erg sentimentele beeldspraak is en een doeloorzakelijkheid poneert die misschien wel helemaal niet in tijd aanwezig is. Maar het mechanisme lijkt erop, we interpreteren en anticiperen, dat geeft ons veiligheid, omdat we willen be”grijpen” als een kind die de handen van zijn vader of moeder wil grijpen om niet om te vallen proberen wij het wijkende heden te (be)grijpen.


Uit kindjeopkomst.nl

vrijdag 7 augustus 2015

DE WERELD ALS CHINESE KAMER

Een leuk gedachte experiment is de Chinese kamer.
De Chinese kamer is een gedachte-experiment dat bedacht werd door John Searle. Het experiment probeert aan te tonen dat als een computer zich precies zou gedragen als een mens, we nog niet kunnen zeggen dat die computer ook denkt als een mens.
Maar er zit nog een ander aspect aan deze Chinese kamer.
Wat is nu een Chinese kamer:

Een grote kamer is afgesloten van de rest van de wereld met uitzondering van een brievebus. De brievenbus is bedoeld om stukjes papier de kamer in en uit te doen gaan. Binnen in de kamer staan grote archiefbakken met papiersnippers met Chinese symbolen erop. Verder bevat de kamer een groot boek waarin de regels staan die reeksen Chinese tekens omzetten in andere reeksen Chinese tekens.
In de kamer zit ook een ambtenaar die geen Chinees kent. Buiten de kamer staan Chinezen die een vraag in het Chinees op een briefje schrijven, dat vervolgens in de brievenbus deponeren. De ambtenaar binnen kent geen Chinees, maar kan een briefje dat binnenkomt bekijken en vervolgens met behulp van zijn grote boek met regels een antwoord samenstellen. Met behulp van de snippers papier die hij uit de archiefkasten pakt en één voor één op een nieuw stuk papier plakt in de juiste volgorden. Dat papier duwt hij vervolgens via de antwoord brievenbus naar buiten. (Uit: Marc Slors "Philosophy of mind" uit Analytische Filosofie Een inleiding. Redactie Chris Buskes en Herman Simissen )
 
De ambtenaar denkt dus niet over de antwoorden, hij kent niet eens Chinees.
De intelligentie om vragen te beantwoorden berust echter niet bij de ambtenaar, maar bij het systeem als geheel.
In feite zijn wij ook Chinese kamers. Een hersencel die een puls geeft is ook niet intelligent. Hij geeft bij tijd en wijle een puls evenals honderd miljard andere. Geen enkele cel weet dat hij gerelateerd is aan een denkproces.  De intelligentie zit ook met betrekking tot de hersenen in het systeem als geheel. Voor de individuele hersencel maakt het niet eens uit tot welk systeem hij hoort, op dat microniveau is de persoon in wiens hersenen hij zit nog niet aanwezig.

 
Een enkele Chinese kamer kan vragen beantwoorden. Een gigantische kamer die nog miljarden malen ingewikkelder is, bediend door honderd miljard mechanisch werkende ambtenaren zou bewustzijn kunnen genereren volgens nog onbekende procedures, net als onze hersenen dus. Wij zijn in feite deze super ingewikkelde Chinese kamer, alleen is het volgens mij fout om ons als een afgegrensde Chinese kamer te zien tegenover de natuur. Ons bewustzijn staat niet tegenover de natuur maar is er een onderdeel van. Wij zijn geen omgrensde wezens tegenover een absurde wereld zoals vaak gedacht wordt. 
Het bewustzijn is een slechts een fase van een nog grotere Chinese kamer die de natuur als geheel is, waarin wij zelf ook de rol spelen van onwetende ambtenaar.
Er is een aspect dat we hebben ontcijfert, er is weldegelijk een Chinese kamer die we gekraakt hebben en dat is de evolutie. Terwijl we bezig zijn met paren, vechten, jagen, eten en overleven zijn we in feite ook bezig met het vormen van geweien, hoorns, vinnen, poten, hersenen. Het eerste visje dat in de slijk steeds verder aan land kroop om te eten, was totaal onbewust van het feit dat hij ook bezig was met de evolutie tot landdier.
Wikipedia

De evolutie is dus een niveau waarin wij de rol spelen van onwetende ambtenaar, die echter door Darwin zijn rol ontdekt heeft. Evenals dat de ambtenaar die zijn situatie kent de Chinese antwoorden kan manipuleren, kunnen wij nu de evolutie manipuleren.
De natuur zit nog vol raadsels, op het gebied van de kwantummechanica, zwarte gaten etc.. Hoeveel meer Chinese kamer aspecten zullen we nog in de natuur ontdekken?
In feite komt die Chinese kamer erop neer dat er een functie op een bepaald niveau is, bijvoorbeeld voedsel uit slijk halen, die op een hoger niveau onderdeel is van een heel ander proces namelijk vorming van landdieren. vergelijk het met letters rangschikken voor de onwetende ambtenaar is vragen beantwoorden voor het hele systeem. Blijft de vraag of een enorm ingewikkelde Chinese kamer tijdsbeleving/bewustzijn kan genereren? Bewustzijn is een informatieniveau door de biologie gegenereerd.


Misschien genereert de natuur op ons niveau bewustzijn, maar op een hoger niveau iets onbekends/ongekends. Misschien is het geheel iets waar wij zelf en grote delen van de ons bekende wereld een rol in vervullen analoog onze afzonderlijke hersencellen.
Een bit is niet intelligent, maar wat gebeurt er als je bijvoorbeeld een miljard yobibytes hebt, op welk niveau zit je dan? Is de hele natuur, alle materie, één grote wat wij informatiemachine zouden noemen? Allemaal speculatie.
 

maandag 25 mei 2015

VERZAMELINGSLEER

Panpsychisme dus, denkt de blog nu dat koffiezetapparaten en bomen een bewustzijn hebben?
niet precies, maar wat dan?
Je hebt reductionisme. Sociale en psychologische processen berusten op biologische processen Niet dat ze hetzelfde zijn, maar ze komen er uiteindelijk uit voort. We moeten eten, drinken, willen ons voortplanten etc.
Biologische processen berusten weer op chemische processen, hormonen, aminozuren etc. Die op hun beurt weer berusten op natuurkundige processen in moleculen, atomen en elementaire deeltjes. 
Daarmee is alles dus natuurkundig en wiskundig verklaarbaar.
Maar daarmee beginnen de problemen pas echt. De moderne natuurkunde is relatief jong. Er worden verbazingwekkende ontdekkingen gedaan en dat zal komende eeuwen, als men zo doorgaat, waarschijnlijk zo blijven. We hebben zwarte gaten, Higgsdeeltjes, de relativiteitstheorie etc ontdekt. LDe bewering dat alles natuurkundig verklaarbaar is kan kloppen, maar daar zou je dan bij moeten zeggen dat we de natuur zelf nog lang niet helemaal kunnen verklaren. De samenhang tussen grootheden als tijd, ruimte, materie, energie en krachten is nog niet helemaal doorgrond. 
Galileï 1564-1642 Wikipedia
De vraag is of we niet in een bodemloze put kijken waarin steeds nieuwe verklaringen elkaar nodig hebben, niemand weet het.
Een ander punt is de begrenzing.
Hoe verder je reduceert hoe minder begrenzing een rol speelt.
In de psychologie heb je nog met een af te bakenen persoon te maken.
In de biologie wordt dat al moeilijker. We bestaan voor een deel uit miljarden bacteriën met ander DNA dan wij. Scheikundige stoffen en natuurkundige processen zijn al helemaal niet persoonsgebonden. Op dit niveau valt het individu weg. Een elektrische lading in een cel of wolk is hetzelfde verschijnsel op een andere schaal.
Natuurkundige processen bouwen zichzelf op tot bewustzijn, alsof stenen uit rotsen bijvoorbeeld een gotische kathedraal samenstellen met al zijn symboliek. Aristoteles zou hier een "doel" van natuurkundige processen in zien. Wij houden van toeval, het bewustzijn "valt ons toe", we verklaren het niet door een inherent doel in de natuur. Je kunt dezelfde kathedraal in zandsteen, graniet, of zelfs schuimrubber bouwen. We kunnen hem lezen, het is een gegevensdrager.
Het feit dat we natuurkundig en" toevallig" te verklaren zijn betekent dat we meervoudig realiseerbaar zijn. De reeks verschijnselen die wij als mens zijn, zijn in materie te reconstrueren.
Alleen is het vreemd dat als je iemand na zou bouwen dat je dan een dubbelganger krijgt en niet een op twee plekken aanwezig bewustzijn.
De natuur bouwt zelf na in de vorm van tweelingen en die hebben toch ieder een op materie gebaseerd bewustzijn, zelfs Siamese tweelingen.
Siamese tweeling Wikipedia
Tijdsbeleving en bewustzijn huist dus in de materie, materie vervult een grens bepalende gegevensdrager rol, een knooppunt rol in tijd en ruimte.
Toch is ook hierbij iets merkwaardigs aan de hand. Die gotische kathedraal heeft helemaal geen symboliek. Alleen voor ons wel, we lezen deze symboliek, het is afgeleide symboliek.


Die symboliek zit in ons en die hebben we naar steen vertaald, we lezen hem. Het is een gegensdrager. Een computer kan denken, alleen maar voor ons. Voor de computer zelf heeft denken geen enkele symboolwaarde. Voor mensen echter is denken een meta-symbool, een verzameling van alle gedachte/symbolen die echter niet zichzelf omvat, een verzameling kan zichzelf niet kan bevatten. Een computer kan alleen maar binnen de verzameling opereren, zij is ook geconstrueerd door acties binnen deze verzameling. Wat niet wil zeggen dat hij dat niet veel efficiënter zou kunnen denken dan wij, alleen de zin van dat denken berust bij ons, ook al zou deze zich tegen ons keren. Een spontaan ontstane computer zou kunnen denken maar dat zou zonder zin zijn.


Gegevensdrager

De verzamelingsleer 
 Vraag is echter waar de "voor zichzelf" in materie zit. Een bouwwerk dat voor zichzelf symboolwaarde heeft. In feite zijn we dat zelf. De symboolwaarde die ons wordt toegekend is soms
totaal verschillend met die die wij onszelf toekennen. Wij zijn een gegevensdrager die gelezen wordt, maar ook een gegevensdrager die zichzelf leest. Wij lezen onze eigen gedachten.
De verzameling van al onze gedachten maakt als denken geen deel uit van zichzelf, "de denker" hoort als gedachte over zichzelf niet bij de verzameling van al zijn gedachten, het begrip "denken" is zelf ook een idee, een gedachte in tegenstelling tot bijvoorbeeld het begrip auto, dat is zelf geen auto.
Hier zit dus een paradox in als in de vraag of de kapper die de verzameling mannen knipt die niet hun eigen haar knipt zichzelf mag knippen.

De verzameling van al onze gedachten is zelf geen gedachte maar maakt deel uit van de verzameling tijdbeleving, tijdsbeleving die aan elke gedachte voorafgaat is soms uiterst minuscuul maar aanwezig. Tijdsbeleving voorafgaand aan elke gedachte is zelf geen gedachte, niemand kan vooralsnog uitdrukken wat het is want dan is het een gedachte en hoe het aan ons lichaam en de fysica verbonden is. Een computer kent dat niet, die staat aan of uit en kan alleen zinloos in de ledigheid buiten hemzelf denken (als je hem in de trein verloren bent terwijl het schaakprogramma aanstond bijvoorbeeld dat nu door niemand gevolgd wordt) hoe ingewikkeld je hem ook maakt of hij denkt tegen ons aan. Hij kan niet tegen zichzelf aan denken, hij is geen gegevensdrager die zichzelf kan lezen en zo er een tweede systeem in zit dat dat wel kan dan kan hij niet tegen dat tweede systeem aan denken etc. etc. hij kan alleen maar denken anders staat hij uit, hij heeft geen bewustzijn/tijdsbeleving.

Rodin De Denker Wikipedia

maandag 4 mei 2015

PANPSYCHISME


Schakers info

Gaan we nu even heel formeel denken. Je hebt een schaakpaard, een stuk hout met een bepaalde vorm. Het krijgt zijn zin pas in het schaakspel. Een schaakstuk is een stuk dood hout, het functioneert alleen in de systemen van de schakers. Eventueel kun je het paard gebruiken bij ganzenbord als pion. Daarvoor is het aan de grote kant, maar ook dan zou het als stuk hout zin hebben.
Als de schaakpaardvorm toevallig zou ontstaan, zonder dat er een schaakspel was, zou het zich niet onderscheiden van alle andere stukken hout.
Aanvankelijk, net na de geboorte, zijn er geen mensen of dieren. Alleen complexe "neuro- elektronische" knooppunten. Ze nemen tijd waar, hebben behoeften, maar weten niet dat ze mens, olifant, vogel etc. zijn, het zijn baby's. We blijven even bij de term "knooppunt".
Net als het schaakpaard krijgt het zijn identiteit pas in het mensen- olifanten- of wolvenspel. Een enkele keer gaat het fout en dan krijg je mensen als wolvenkinderen, als Romulus en Remus, ze zijn dan als schaakpaarden in een ganzenbord.

Romules en Remus
Normaal gaat het goed, je wordt een persoon, krijgt een naam, leert de spelregels in samenhang met andere verwante neuro- elektronische systemen. Je identificeert je als mens, leert taal etc.
Het verschil met een schaakpaard is dat er een scherpe grens is tussen het schaakspel in de hoofden van de beoefenaars en het hout van het paard.
Het mensenspel loopt door communicatie door tot in de knooppunten die de deelnemers zijn, waarbinnen via neurotransmitters etc. ook communicatie plaatsvind, het hele systeem is niet scherp begrensd, het begrip vakantie bijvoorbeeld is een wet in het spel, maar leeft ook in de deelnemende systemen zelf. Er is vaag onderscheid tussen de objecten en de subjecten van het spel. De spelers spelen met elkaar en met zichzelf tegelijkertijd.
Toch moet er ergens ook "dom hout" zijn in de deelnemers. Dit komt tot uiting bij een begrafenis. Een knooppunt is opgehouden te bestaan, wat overblijft is de domme materie die het knooppunt gedragen heeft, alleen de hardware, het lijk. Bij een begrafenis speelt het lijk dus dezelfde rol in het "mensenspel"als een schaakpaard in een schaakspel. Het heeft alleen identiteit in de hoofden van de deelnemers van het mensenspel, het gaat tot de materie van het lijk. Het lijk is alleen nog maar een object.


Mausoleum van Halicarnassus (Dewereldwonderen)
Het spel blijft echter bestaan vanwege het ontstaan van generaties van steeds nieuwe "knooppunten". Het spel vernieuwd zich steeds en blijft daarom speelbaar. Knooppunten (mensen) ontstaan, lossen op en er ontstaan weer nieuwe knooppunten.

Het knooppunt dat op zich al onduidelijk begrensd is, moet wat betreft beleving voor zichzelf bij de juist veroorzakende hardware gehouden worden. Proeven tonen aan dat bepaalde hersenfuncties verantwoordelijk zijn voor het beleven van een persoon in zijn eigen lichaam. Als deze hersenfuncties falen door hallucineren, of in proeven worden misleid, krijgt men uittredingsverschijnselen. Het systeem neemt dan afstand van de hardware waardoor het veroorzaakt wordt, het denkt dat het zich buiten het lichaam bevindt. (wat uiteraard niet zo is) 
Wikipedia
Stel nu eens voor dat door een of ander merkwaardige gebeurtenis, een soort besmettelijke hersenziekte, iedereen tegelijk gaat hallucineren. Iedereen krijgt uittredingsverschijnselen, niemand weet meer precies weet door welk lichaam of wat dan ook hij veroorzaakt wordt. 
Iedereen ziet alles van bovenaf, je kunt door een boom, een auto, of door die poppetjes met twee benen of vier poten veroorzaakt worden, dat is dan onduidelijk. Iedereen blijft als knooppunt intact, maar onderling communiceren is onmogelijk, geen een knooppunt weet meer door wat hij gegenereerd wordt en dus met welke middelen en met wat hij kan communiceren.
Aldus kan men materie als communicatiemiddel en differentiatiemiddel beschouwen. Een middel voor structuren om zich in uit te drukken.
We hebben blijkbaar een hersenfunctie nodig om de eenheid van hardware en software dat te benadrukken, een soort interne GPS.
Het punt is echter dat niemand weet waar de dode materie begint en de structuur eindigt. Waar begint het dode houten paard, bij de zenuwcellen, bij de moleculen, atomen of bij elementaire deeltjes? En bevinden die zich dan wel op één plek?. Misschien is het dode houten paard wel nergens.
Klei
De wereld is alleen maar onbegrensde structuur, die uiteindelijk nergens in uitgedrukt is. In de klei, het marmer van een beeld, het vlees van een mens bestaat uiteindelijk helemaal geen grond alleen structuur. Geen deeltjesversneller zal ooit aan het einde komen omdat dat er misschien helemaal niet is (dat pretenderen ze ook helemaal niet).
Alles is uiteindelijk onderdeel van onbegrensde structuur, materie, de dingen niet de bouwstenen van de wereld, maar zijn informatie en communicatieknooppunten in één samenhangende wereldstructuur. Er zijn helemaal geen uiteindelijke bouwstenen, je kunt altijd doorredeneren, overal kom je structuren tegen waarschijnlijk tot je ,niemand weet hoe, rond wordt gejaagd.  Het dode schaakpaard zelf is onderdeel van een structuur. Alleen is deze structuur niet in het hoofd van de schakers maar in het stuk zelf, een structuur zonder uiteindelijke bouwstenen. De structuur van het schaakspel, in de hoofden van de spelers hangt indirect ook aan het schaakpaard.
Uiteindelijk bestaat de wereld dan alleen uit verhoudingen en relaties die alleen maar schijnbaar, bij knooppunten, ergens in uitgedrukt zijn, in wat wij als materie zien.
Knooppunt
Onze hersenen zijn in alle opzichten knooppunten.
Ze verwerken zintuigelijke prikkels, toch zou je je kunnen afvragen voor wie of wat, tegen wie of wat worden deze verwerkingen geprojecteerd, waar is het bewustzijn.
Is de "buitenwereld", de hele wereld niet uiteindelijk een onderdeel van het bewustzijn. Is het bewustzijn niet uiteindelijk het geheel. Het mens-zijn, de natuur, gecombineerd met de hersenpulsen. Het hele verhoudingensysteem dat de wereld vormt.
Dit zou dan een soort panpsychisme betekenen, waarover meerdere filosofen hun ideeën over hadden en hebben. Hiermee vervalt niet alleen het dualisme materie-geest maar ook dat van subject als drager van bewustzijn en object. Verhoudingen, ruimte en tijd zelf hebben reeds bewustzijnsachtige/bewustzijns veroorzakende trekjes, samenkomend en zich uitend in knooppunten, mensen en dieren.

zondag 8 februari 2015

WAAR BEVINDT ZICH HET SCHAAKSPEL?

Blijven we nog even bij het schaakspel.
Schaken is een aan afspraak gebonden aantal geometrische bewegingen, diagonaal, rechthoekig en beide. Stel dat elk stuk alles zou mogen, dan was er helemaal geen schaakspel als denksport.
Juist het oplossen van de beperkingen van een pion of toren maakt het tot een denksport.

Het zijn de spelregels, de wetten die het tot een denk-spel maken.
Wetten zijn beperkingen, door wetten geschiedt iets volgens een bepaald stramien, er is een beperking in mogelijkheden.
Het schaakspel wordt gespeeld door twee elektronische systemen, de menselijke hersenen tegen een computer, twee computers of twee mensen. Ook deze systemen zijn aan wetten/beperkingen gebonden. Vraag is, waar het schaakspel eindigt en het elektronisch systeem begint? Het schaakspel is uiteindelijk iets wat zich in het elektronisch systemen die het spelen bevindt als een serie afspraken.

(Cultuur.info.nu.nl)
 
Deze afspraken worden opgehangen aan een serie beeldjes, een paard, een toren, een koning en koningin. De beeldjes zijn echter slechts een middel om de wetten aan op te hangen en het "denken" te vergemakkelijken.


In de evolutie en het menselijk denken zijn het de beperkingen die als trigger werken. Juist beperkingen/hindernissen zetten mensen, dieren en andere systemen aan tot denken.
Iets met gewicht heeft de beperking dat het niet vliegt of dat het zinkt. Oplossing, vleugels, een zwemblaas.
Beperkingen/wetten scheppen denken. De natuur overwint de beperkingen door"denken", maar dit denken schept deze beperkingen ook. Bergen, roofdieren, weersystemen etc.. De natuur schaakt tegen zichzelf. Zo bezien is de natuur één groot in zichzelf besloten denkproces, waarvan ook het menselijk denken deel van uitmaakt. Een denkproces dat zich echter waarschijnlijk ook buiten het voor het menselijk denkproces bereikbare voltrekt, er is transcedentie al valt dat onmogelijk te bewijzen. Bewijzen kan men immers alleen binnen het immanent aanwezige. Misschien dat er zelfs een "niet logica"of super-logica bestaat, die wij helemaal niet kunnen zien/begrijpen. Waarom zou ons denken voor een dier onbereikbaar zijn, maar zou ons denken niet overtroffen kunnen worden.


Dali
Het schaakspel is schijnbaar iets dat buiten de spelers is, het bevindt zich op een bord en bestaat uit stukken, maar het is in feite iets dat zich binnen in ons als schakend systemen bevindt als een serie afspraken met betrekking tot geometrische bewegingen.


Maar in feite is de mens die het spel speelt ook een soort schaakspel, bestaande uit cellen, DNA etc.. Een schaakspel dat door "de natuur" als denkproces gespeeld wordt.

Materiegebondenheid geldt voor natuurwetten, materie is een middel om natuurwetten aan op te hangen.
Doorgeredeneerd bestaat materie misschien niet eens. Atomen bevatten minder materie dan wij denken. De atoomkern is naar verhouding heel klein, een atoom is voornamelijk leegte.
Als men dan over eendimensionale snaren gaat theoretiseren dan heeft men het over iets wat absoluut buiten het voorstellingsvermogen valt. Eén-dimensionaliteit is niet in te denken, iets met alleen maar lengte. Aldus kan men zich afvragen waar het denken uiteindelijk aan gehecht is, waarin openbaart het zich?


Dimensies Wikipedia
 
Denken zonder materie is onzin.
materie lokaliseert denken.
Een schaakspel bevindt zich op een bord, dankzij de schakers bevindt het zich in een lichaam dan wel computerkast. "Het"schaakspel bevindt zich in miljoenen mensen en computers. "De" natuurwetten bevinden zich in de materie van het universum, maar bestaat pure elementaire materie wel?
Of kun je doorredeneren tot in het oneindige, atomen, atoomkernen, elementaire deeltjes, superstrings etc. etc.  zonder "grond" (uiteindelijke materie) te raken?


Wikipedia
 
Ons lichaam lokaliseert ons denkproces binnen een bepaalde locatie in ruimte en tijd.
Zonder lichaam zou het als het ware "vervliegen", denkbeelden worden in vormen opgeslagen. Het denkproces hecht zich ergens aan, aan de materie van ons lichaam. Het schaakspel dat onderdeel is van aan een lichaam/computer verbonden afspraken worden gelokaliseerd op een schaakbord. De afzonderlijke zetten worden vervolgens gelokaliseerd aan de beeldjes, paard, loper etc.


(Jekino.be)
 
Een beeldhouwer/schilder heeft ideeën/denkbeelden. Hij hecht deze ideeën en denkbeelden aan verf, steen, schildersdoek. Het was Plato die het over de wereld van de ideeën nadacht. Hij zag eerst de ideeën en daarna de materie als voertuig voor de ideeën. Aristoteles zag eerst de materie en daar uit voortvloeiend de ideeën die inherent in de materie zaten. De fysica heeft de aristotelische materie nog niet ontdekt.

zondag 25 januari 2015

SCHAKEN EN DE SOM DER DELEN

De evolutie is dus een denkproces dat met "aan/uit". dood/levend werkt.
Ons denken is een denkproces dat met vurende/niet vurende neuronen werkt, ook een aan/uit.
Beide denkprocessen zijn dus binair.
Het gigantisch aantal keuzemogelijkheden in relatief korte (maar absoluut vaak voor ons zeer lange) tijd maakt het tot wat wij als denken herkennen.
Ogen, oren, hersenen, organen, etc worden bedacht. De evolutie vormt zichzelf voortzettende koolstofstructuren, het materiaal waar wij vooral van gemaakt zijn, waarbinnen weer elektronische denkprocessen ontstaan.

(Wikipedia)

Beide denkprocessen dat van de evolutie en de elektronische denkprocessen in de koolstofstructuren kan men als één geïntegreerd denkproces beschouwen. "Er"is de neiging tot evolueren/denken. Sterren, gesteenten, kristallen; dode materie, deeltjes evolueert reeds.


(Kennislink)
 
Ook de ideeën veroorzaakt door het elektronisch denken evalueren. Auto's, vliegtuigen, filosofieën, godsdiensten, computers evalueren, je zou zelfs kunnen zeggen dat ideeën zelf nadenken. Een gevaarlijke en vuile auto ontwikkeld zich tot een schone en veilige auto etc.

Net als je dus de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en informatie hebt heb je de denkfactoren tijd, ruimte materie, natuurwetten en informatie. Het combineren van deze factoren leidt tot denken.
Makkelijk praten zo zou men kunnen zeggen, meer is er niet, althans valt niet te voor te stellen.
Klopt, hier geldt dat het denken niet meer factoren kan denken dan die factoren die het constitueert.

Als je alleen natuur en kapitaal hebt gebeurt er niets, je hebt arbeid nodig om tot een doelgericht product te komen.
Als je alleen tijd, ruimte en materie hebt gebeurt er ook niets. Je hebt wetten , voorwaarden nodig om tot evolutie/denken te komen.
Stel een wereld met alleen materie en ruimte zonder natuurwetten, ook zonder bijvoorbeeld de wet van Archimedes.
De ene keer drijft iets wel, de andere keer niet, wiskundige gegevenheden zijn er niet, er bestaat dan alleen chaos.
Stel een schaakspel zonder wetten. Alle zetten mogen, lopers, torens, pionnen mogen alles.
Je hebt dan alleen tijd, de ruimte en materie in de vorm van een schaakspel, maar geen schaakspel.
De spelregels, de wetten maken het spel.
Wetten zijn begrenzingen, een pion mag maar één stapje, een loper alleen schuin. Dankzij deze begrenzingen heb je een schaakspel.


(Hansbohm.com)
 
Hetzelfde geldt voor natuurwetten, dat zijn ook begrenzingen. Iets drijft alleen maar als het gewicht van de verplaatste vloeistof etc. de wet van Archimedes. Iets alleen maar vier als het uit twee maal twee bestaat etc.
De wisselwerking van tijd, ruimte en materie is aan beperkingen onderhevig, er zijn als het ware spelregels.
In feite creëren we een klein stukje eigen natuur als we aan iets regels stellen.
We willen ook regels zien. Vandaar dat we het moeilijk hebben met aspecten uit de kwantummechanica waarin regels schijnen te ontbreken. Einstein schrok toen hij merkte dat god misschien dobbelt.


Schrödingers kat, een (waarneming) probleem, iets kan bijvoorbeeld niet golf en deeltjes tegelijk zijn (Wikipedia)
 
Misschien dat het hele overzichtelijke schaakspel van natuurwetten en evolutie maar het topje van een ijsberg is?
Dat het een onderdeel is van een wereld waarin, volgens onze beperkte perceptie, voor de rest slechts chaos is.
Misschien ook niet en is het schaakspel van natuurwetten, het grote denken dus van de evolutie en het kleine denken in ons hoofd ook wel de wereld als zodanig. Daarbuiten is dan niets, zoals de Duitse idealisten dachten, een soort Hegeliaans denken. Niemand weet het. De Stoïcijnen dachten volgens mij de logos in de natuur maar ook in de mens als zijnde de bron en grond van de wereld. Misschien dat dat ook wel klopt maar dat de logica toch verder gaat dan onze perceptie mogelijk maakt om te bevatten? In hoeverre kloppen uiteindelijk de Booleaanse operatoren (zo ik deze term hier goed gebruik)?

Ons denken is binair, dat verklaard echter maar gedeeltelijk kwaliteitsverschillen. De gevolgen van het eten van een aardbeienijsje zijn binair te meten in onze hersenen.
De kwaliteit niet, de ideeën die ontstaan door de binaire codes overstijgen deze codes.
Als je blauw en rood alleen natuurwetenschappelijk en de waarneming ervan binair beschrijft begrijp je nog lang niet wat een schilderij van Van Gogh doet.


Van Gogh
 
Hetzelfde geldt voor het grote denken. Een berglandschap kun je evolutionair, biologisch en natuurkundig beschrijven. Niet de sensatie die het teweegbrengt en die gekoppeld is aan ons eigen denken. Hier houdt de kunstenaar zich mee bezig en treedt de wetenschapper terug.


Mount McKinley Alaska (Wikipedia)

In een landschap of prachtig dier als een arend, tijger of hert "ervaar" je de "gedachten" van de natuur die méér is als alleen een opsomming van het binaire proces dat er toe geleid heeft, het geheel is meer dan de som der delen.
Als je bijvoorbeeld drie dingen hebt, dan heb je als geheel drie dingen en het geheel van drie dingen, je hebt dan vier dingen.
Drie dingen en de verzameling van drie dingen is vier. De kwaliteit van de sensatie van een aardbeienijsje wordt gevormd het geheel van prikkels, maar het geheel is meer dan de som van deze prikkels. Vergelijk het met een zin, een zin is meer dan de som van de afzonderlijke woorden.
Of een boek is meer dan de som der afzonderlijke zinnen.

Wordt vervolgd.

woensdag 7 januari 2015

DENKFACTOREN

Je hebt evolutie. Een eigenschap wordt overgedragen of niet. Niet voortplanten betekent evolutionair gezien dood. Een Pauw met een kleine staart leeft misschien persoonlijk langer omdat hij makkelijker weg kan komen, als hij zich niet voort kan planten is hij evolutionair gezien dood, "doder" dan een Pauw die zich wel voortplant en even later door een roofdier wordt opgegeten.
Het overerven van eigenschappen is een kwestie van leven of dood, aan of uit, nul of één.


Dit klinkt binair en dat is het ook. In feite is de evolutie een binair systeem dat zich uitstrekt over miljarden jaren en misschien daarvoor en ook elders in het heelal.
Ook niet levende materie evolueert, reeds sterren evalueren, wel op een iets andere manier dan organismen.
Evolutie is zonder meer een vorm van "denken", er zijn enorm gecompliceerde structuren uit voortgekomen, ogen, oren, hersenen en andere zaken waar we nog niet eens een idee van hebben.
Het overtreft het menselijk denken ruimschoots.
Leven/dood is dus een functie binnen een denkproces, hetzelfde als 0/1. Een onpersoonlijk denkproces, hierbij hoort echter de kanttekening dat als je iets een "persoonlijk" denkproces noemt, zoals in ons hoofd plaatsvindt je nauwkeurig zou moeten beschrijven wat een persoon is, en dat is nog nooit gelukt.


Medical facts.nl
 
De evolutie zou je het "grote denken" kunnen noemen.
Uit dit grote denken komt de evolutie van hersenen voort, het "kleine denken". Het denken in onze hersenen (geholpen door informatica) dat ook binair is. Onze hersencellen en computerchips zijn binair.
Het grote denken en het kleine denken zijn nauw met elkaar verbonden. Zonder het grote denken zou het kleine denken niet bestaan en zonder het kleine denken zou het grote denken niet herkend worden. Het is wat de stoïcijnen de logos in de mens en de logos in de natuur noemen.
(let wel, met de geest of God houdt deze blog zich niet bezig)

BBPR studieopdracht productiefactoren

De bekende "denkfactoren", analoog aan productiefactoren in de economie, zou je tijd, ruimte, materie en natuurwetten kunnen noemen.
De verhouding tussen deze vier grootheden is nog niet helemaal verklaard, wat materie nu uiteindelijk is weet nog niemand, hetzelfde geldt voor tijd en ruimte. Waar komen de natuurwetten vandaan en zijn ze veroorzaker van de drie anderen?
Ons denken is afgescheiden denken, in tijd, ruimte en materie en natuurwetten, wij beleven tijd, ruimte en materie.
Het grote denken is het denken van ruimte, tijd, materie en natuurwetten.
Onze "persoonlijkheid" danken we juist aan het feit dat we ons tegenover deze denkfactoren kunnen stellen. Niet het "ik"schept het denken, maar het denken schept "ik".

Natuurwet
 
Wat je over deze vier grootheden kunt zeggen is dat ze informatie geven. Tijd en ruimte zonder materie geeft geen informatie, het is leegte. Stel je voor dat er alleen tijd, ruimte en denkvermogen zou zijn. Dit denkvermogen zou zich nergens aan kunnen hechten, er zouden geen vormen, beelden of herinneringen zijn.
Zonder tijd en ruimte kunnen we ons de wereld absoluut niet voorstellen.
Om over iets informatie te verkrijgen moet je weten waar en wanneer iets er is.
Als er geen natuurwetten zouden zijn zou tijd, ruimte en materie chaotisch zijn en het kenmerk van een chaos is dat er geen informatie in zit, anders is het geen chaos. Informatie heeft alleen zin bij wetmatigheid.

Het grote denken dacht dus zichzelf naar het kleine denken. In hoeverre dat regelmatig plaatsvindt op meerdere plekken in het heelal is onbekend, het is wel waarschijnlijk dat het meer plaatsvindt. Misschien dat het daar ook een totaal andere voor ons geheel onbekende vorm aanneemt. Zelfs het dierlijk denken op aarde is ons zodanig vreemd dat het ten onrechte vaak niet als denken wordt herkent.


Tierschicksale van Franz Marc
 
De vraag is, hoe ver gaat het grote denken, wat is de reikwijdte daarvan.
Wat kunnen we begrijpen, hoe verhoudt dit grote denken zich ten opzichte van ons denken.
In ons hoofd bevinden zich miljarden hersencellen, maar de natuur bevat in miljarden hoofden nog veel meer. Zelfs ons eigen lichaam is een denkend stuk natuur vol met organismen.
Aldus geredeneerd kun je stellen dat de natuur en wijzelf deel uitmaken van één gigantisch denkcomplex.

Temperatuurfluctuaties in de
kosmische microgolfachtergrond Kennislink
 
Er is dus sprake van één groot binair werkend informatiecomplex. Een denken zoals je van een schaakcomputer kunt zeggen dat hij denkt, echter zonder tijdbeleving het is immers de tijd zelf die denkt als denkfactor, niet de spiegel van de tijd in ons hoofd.
Misschien zullen we dan toch de ideeënleer van Plato van stal moeten halen.
Een bepaalde binaire constellatie (dood/leven, vurende cel, niet vurende cel) creëert een bepaald organisme/idee. In feite is een voorwerp/organisme ook een idee. Een reden waarom sommige vissen en walvisachtigen, en bijvoorbeeld een tasmaanse wolf (helaas vorige eeuw uitgestorven) en een hond op elkaar lijken.


Tasmaanse wolf, een buideldier. Wikipedia

Dit noemt men convergente evolutie.
De natuur werkt met soorten/ideeën, klasseert, gedreven door de omstandigheden, net als wij. De logos van de natuur zit immers ook in ons wij maken er deel van uit. Naarmate we zelf meer klasseren, zullen we ook meer logica in de natuur tegenkomen. We kijken dan in een spiegel. Hoewel we nooit zullen weten welk deel we spiegelen en wat er nog allemaal te spiegelen zou zijn. Onze ideeën in het kleine denken weerspiegelen de ideeën van het grote denken.
De vraag die je zou kunnen stellen is: waarom is er denken, zowel groot als klein en waarom zijn er de denkfactoren, tijd, ruimte, materie en natuurwetten?
Is er een soort anti-chaos principe?
Niet helemaal, het is juist chaotische klontering van materie die tot geordende structuren heeft geleid in het vroege heelal. Misschien is er een anti-chaosprincipe in die zin dat elke chaos uiteindelijk zijn eigen ordening genereert. Dat is denken, een chaotisch geheel structureren.
Elke structuur genereert dan weer zijn eigen chaos en dan begint het weer opnieuw.
Ergens moet het met 0 en 1 te maken hebben. Niets is niet chaotisch, één ook niet. Iets en niets is misschien de simpele oergedachte waarmee het hele heelal misschien begonnen is. Hoewel het heelal nooit begonnen is, want beginnen is een bepaling in de tijd en die was er niet vóór het heelal. En ook vóór en eerst zijn bepalingen in de tijd. Uitdijen kan iets alleen ten opzichte van iet anders dus dat is discutabel. Althans is uitdijen de juiste term?
De oerknal is denk ik eerder een soort "informatieknal" geweest bezien vanuit onze denkpositie.

Wordt vervolgd