Mensen die vinden dat de vorige blog echt nergens over gaat hebben het
goed begrepen.
Het gaat echt nergens over.
De zon zwelt op.
Ter illustratie een verhaal:
We schrijven 2000000013ad de mensheid bestaat, na een aantal “bijna zelfuitroeiingen”,
tot haar eigen verbazing nog steeds. Wel wordt de zon steeds groter, de
zonneschijf zoals die te zien is in de hemel, is inmiddels verdriedubbeld. Tv
programma’s zijn niet meer te harden en de politiek heeft er nu echt een rotzooi
van gemaakt. Wat betreft het denken is het reductionisme de dominante
denkstroming in 2000000013. De mens wordt gezien als een structuur, een
informatie houdende, zeer complexe deeltjesstructuur.
Ook de techniek is twee miljard jaar voortgeschreden.
Het maken van 3d prints van mensen is geen enkel probleem meer. Tot op
de kleinste muggenbeet, moedervlek, herinnering, onhebbelijkheid, tot op het
kleinste deeltje nauwkeurig kan men mensen uitprinten en wel bliksemsnel en up
to date tot op de seconde. Dit doen computers van het type hintler met een
vermogen van 10⁵⁰ yottabytes en beheerd door technocraten en artsen. Alleen de
grondstoffen, koolstof, kalk, een beetje magnesium etc. stopt men er in en er
rolt een mens niet te onderscheiden van het origineel uit. Ook de print
onderscheidt zichzelf niet van het origineel, hij heeft immers precies dezelfde
herinneringen, gevoelens, gedachten etc. Dit zijn allemaal uitingen van elektrochemische
processen die exact gekopieerd worden.
Ingeval van ziekte dan wel onmaatschappelijk gedrag kan hintler de
betreffende menselijke eenheid uitprinten, maar dan zonder de betreffende
ziekte dan wel onmaatschappelijke neiging.
Hierbij wordt het principe van “substitutie”, vervanging gehuldigd. Het
origineel word op het zelfde moment dat de print in werking treedt vernietigd,
door onthoofding, uiteraard na plaatselijke verdoving om het origineel zo
weinig mogelijk te laten lijden.
Vaak is het nodig om enige overtuigingskracht, druk, of zelfs een
lichte vorm van verantwoord geweld om bestwil op het origineel uit te oefenen.
Het is echter te duur om ook het origineel te bewaren, vele printen moeten na
verloop van tijd als ze opnieuw ziek worden of onmaatschappelijke trekjes
krijgen weer ge-reprint worden. Soms veranderen de opvattingen aangaande
maatschappelijk gedrag.
Al die originelen bewaren zou veel te duur zijn, ook in 2000000013 moet
immers meer dan ooit bezuinigd worden. Bovendien is het een aantal malen
voorgekomen dat het enkele origineel, dat aan hintler wist te ontsnappen, de
print heeft beschadigd.
De print, met dus dezelfde herinneringen als het origineel, is echter
steevast enthousiast. De ziekte is weg, ze hebben geen pijn meer, ze worden
weer als volwaardige leden van de samenleving geaccepteerd. De print herinnert
zich dat hij een ogenblik verschrikkelijk maar onnodig bang was voor zijn
vernietiging. Dat hij na een raar gevoel aan zijn nek, plotseling tot de orde
van de dag overging. Waarbij ziekte en pijn waren verdwenen. Het was toch
allemaal voor zijn eigen bestwil, gelukkig hebben de technocraten achter
Hintler zijn behandeling doorgezet.
Uiteraard is het nodig om vergunning voor deze substitutie aan te
vragen, om bij een griepje tot meteen tot printen over te gaan, gaat erg ver.
Maar ingeval van een blindedarm is het zeker de moeite waard en de meest
pijnloze behandeling.
Op een dag besluit men dat, gezien de zwellende zon, een elite van de
aardbewoners op Mars een kolonie moeten gaan stichten. Uiteraard worden er geen
miljoen raketten meer gelanceerd anno 2000000013, maar worden de aardbewoners op
grote schaal naar Mars geprint, ook nu op basis van vervanging.
Originelen stappen letterlijk doodnerveus hintler binnen, ze voelen
kort iets onaangenaams aan hun nek en bevinden zich vrijwel op hetzelfde moment
op mars, als print. Zelfs met de vijf lichtminuten tussen mars en de aarde
wordt rekening gehouden.
P. Jansen (P. Johnson) behoort tot de “uitverkorenen”. Doodsbang stapt
hij de computer binnen. Op het laatste nippertje weet hij opzij te duiken zodat
de onthoofding in de computer mislukt. Met hulp van vrienden weet hij uit de
computer te ontsnappen en te vluchten. Nog jaren kon hij in zijn stamkroeg voor
“ongeneeslijke romantici” gezeten achter een lekker glas bier, het sterke
verhaal vertellen dat er op Mars een gek rondloopt die denkt dat hij P. Jansen
is.
Wat wringt in dit verhaal.
Jansen is niet op twee plekken tegelijk omdat er een exacte kopie van
hem rondloopt. P. Jansen die de Hintler binnenloopt gaat gewoon dood als ze hem
onthoofden en wordt niet wedergeboren op Mars. Hij heeft terecht doodsangst,
Hintler is een moordenaar.
Na zijn ontsnapping is hij gewoon in zijn stamkroeg. Hij gaat gewoon
dood en zal niet op mars herrijzen. Al denkt zijn print dat hij een herrezen
Jansen is, ook deze print zal nooit bijvoorbeeld op Jupiter herrijzen als men
dat wil.
Voor de ik, de Jansen is in het geval dat hij gekopieerd wordt 1+1-1≠1
maar is 1+1-1=0 en is 1+1≠2 maar 1+1 blijft gewoon 1. Dit weet hij als het ware
a priori, daar is geen bewijs voor nodig.
De paradox van Jansen is dat ondanks het feit dat hij gereconstrueerd
wordt, hij toch sterft.
Reductionisten zullen dit bestrijden, een mens is een samenstel van
deeltjes, elektrochemische processen en is in principe gewoon te kopiëren. Toch
zien ze iets over het hoofd, liever gezegd ze zien “niets” over het hoofd.
Misschien lopen er op dit moment al exacte kopieën van ons rond. Als ruimte
en materie oneindig is dan valt dat wiskundig aan te tonen. Het aantal
mogelijke combinaties is niet oneindig. Nietzsche sprak over ewige wiederkehr
des gleichen. Ook natuurkundigen bijvoorbeeld Brian Greene The Hidden
Reality: Parallel Universes and the Deep Laws of the Cosmos (vertaald in het
Nederlands), (2011), onderbouwt het feit dat er kopieën van ons zouden
kunnen bestaan in parallelle universa.
En toch bevinden we ons maar op één plaats en vinden geen troost bij
het feit dat er wellicht exacte kopieën van ons bestaan.
Misschien dat er wel helemaal geen niets bestaat buiten ons, maar wel
in ons.
Tegen de achtergrond van hetgene waar we het meeste angst voor hebben,
het niets, de dood, verschijnen onze gedachten.
Valt hier meer over te zeggen, klopt het reductionisme niet?