De Chinese kamer is een gedachte-experiment dat bedacht werd door John Searle. Het experiment probeert aan te tonen dat als een computer zich precies zou gedragen als een mens, we nog niet kunnen zeggen dat die computer ook denkt als een mens.
Maar er zit nog een ander aspect aan deze Chinese kamer.
Wat is nu een Chinese kamer:
Een grote kamer is afgesloten van de rest van de wereld met uitzondering van een brievebus. De brievenbus is bedoeld om stukjes papier de kamer in en uit te doen gaan. Binnen in de kamer staan grote archiefbakken met papiersnippers met Chinese symbolen erop. Verder bevat de kamer een groot boek waarin de regels staan die reeksen Chinese tekens omzetten in andere reeksen Chinese tekens.
In de kamer zit ook een ambtenaar die geen Chinees kent. Buiten de kamer staan Chinezen die een vraag in het Chinees op een briefje schrijven, dat vervolgens in de brievenbus deponeren. De ambtenaar binnen kent geen Chinees, maar kan een briefje dat binnenkomt bekijken en vervolgens met behulp van zijn grote boek met regels een antwoord samenstellen. Met behulp van de snippers papier die hij uit de archiefkasten pakt en één voor één op een nieuw stuk papier plakt in de juiste volgorden. Dat papier duwt hij vervolgens via de antwoord brievenbus naar buiten. (Uit: Marc Slors "Philosophy of mind" uit Analytische Filosofie Een inleiding. Redactie Chris Buskes en Herman Simissen )
De ambtenaar denkt dus niet over de antwoorden, hij kent niet eens Chinees.
Maar er zit nog een ander aspect aan deze Chinese kamer.
Wat is nu een Chinese kamer:
Een grote kamer is afgesloten van de rest van de wereld met uitzondering van een brievebus. De brievenbus is bedoeld om stukjes papier de kamer in en uit te doen gaan. Binnen in de kamer staan grote archiefbakken met papiersnippers met Chinese symbolen erop. Verder bevat de kamer een groot boek waarin de regels staan die reeksen Chinese tekens omzetten in andere reeksen Chinese tekens.
In de kamer zit ook een ambtenaar die geen Chinees kent. Buiten de kamer staan Chinezen die een vraag in het Chinees op een briefje schrijven, dat vervolgens in de brievenbus deponeren. De ambtenaar binnen kent geen Chinees, maar kan een briefje dat binnenkomt bekijken en vervolgens met behulp van zijn grote boek met regels een antwoord samenstellen. Met behulp van de snippers papier die hij uit de archiefkasten pakt en één voor één op een nieuw stuk papier plakt in de juiste volgorden. Dat papier duwt hij vervolgens via de antwoord brievenbus naar buiten. (Uit: Marc Slors "Philosophy of mind" uit Analytische Filosofie Een inleiding. Redactie Chris Buskes en Herman Simissen )
De ambtenaar denkt dus niet over de antwoorden, hij kent niet eens Chinees.
De intelligentie om vragen te beantwoorden berust echter niet bij de ambtenaar, maar bij het systeem als geheel.
In feite zijn wij ook Chinese kamers. Een hersencel die een puls geeft is ook niet intelligent. Hij geeft bij tijd en wijle een puls evenals honderd miljard andere. Geen enkele cel weet dat hij gerelateerd is aan een denkproces. De intelligentie zit ook met betrekking tot de hersenen in het systeem als geheel. Voor de individuele hersencel maakt het niet eens uit tot welk systeem hij hoort, op dat microniveau is de persoon in wiens hersenen hij zit nog niet aanwezig.
Een enkele Chinese kamer kan vragen beantwoorden. Een gigantische kamer die nog miljarden malen ingewikkelder is, bediend door honderd miljard mechanisch werkende ambtenaren zou bewustzijn kunnen genereren volgens nog onbekende procedures, net als onze hersenen dus. Wij zijn in feite deze super ingewikkelde Chinese kamer, alleen is het volgens mij fout om ons als een afgegrensde Chinese kamer te zien tegenover de natuur. Ons bewustzijn staat niet tegenover de natuur maar is er een onderdeel van. Wij zijn geen omgrensde wezens tegenover een absurde wereld zoals vaak gedacht wordt.
Het bewustzijn is een slechts een fase van een nog grotere Chinese kamer die de natuur als geheel is, waarin wij zelf ook de rol spelen van onwetende ambtenaar.
Er is een aspect dat we hebben ontcijfert, er is weldegelijk een Chinese kamer die we gekraakt hebben en dat is de evolutie. Terwijl we bezig zijn met paren, vechten, jagen, eten en overleven zijn we in feite ook bezig met het vormen van geweien, hoorns, vinnen, poten, hersenen. Het eerste visje dat in de slijk steeds verder aan land kroop om te eten, was totaal onbewust van het feit dat hij ook bezig was met de evolutie tot landdier.
De evolutie is dus een niveau waarin wij de rol spelen van onwetende ambtenaar, die echter door Darwin zijn rol ontdekt heeft. Evenals dat de ambtenaar die zijn situatie kent de Chinese antwoorden kan manipuleren, kunnen wij nu de evolutie manipuleren.
Wikipedia
De evolutie is dus een niveau waarin wij de rol spelen van onwetende ambtenaar, die echter door Darwin zijn rol ontdekt heeft. Evenals dat de ambtenaar die zijn situatie kent de Chinese antwoorden kan manipuleren, kunnen wij nu de evolutie manipuleren.
De natuur zit nog vol raadsels, op het gebied van de kwantummechanica, zwarte gaten etc.. Hoeveel meer Chinese kamer aspecten zullen we nog in de natuur ontdekken?
In feite komt die Chinese kamer erop neer dat er een functie op een bepaald niveau is, bijvoorbeeld voedsel uit slijk halen, die op een hoger niveau onderdeel is van een heel ander proces namelijk vorming van landdieren. vergelijk het met letters rangschikken voor de onwetende ambtenaar is vragen beantwoorden voor het hele systeem. Blijft de vraag of een enorm ingewikkelde Chinese kamer tijdsbeleving/bewustzijn kan genereren? Bewustzijn is een informatieniveau door de biologie gegenereerd.
Misschien genereert de natuur op ons niveau bewustzijn, maar op een hoger niveau iets onbekends/ongekends. Misschien is het geheel iets waar wij zelf en grote delen van de ons bekende wereld een rol in vervullen analoog onze afzonderlijke hersencellen.
Misschien genereert de natuur op ons niveau bewustzijn, maar op een hoger niveau iets onbekends/ongekends. Misschien is het geheel iets waar wij zelf en grote delen van de ons bekende wereld een rol in vervullen analoog onze afzonderlijke hersencellen.
Een bit is niet intelligent, maar wat gebeurt er als je bijvoorbeeld een miljard yobibytes hebt, op welk niveau zit je dan? Is de hele natuur, alle materie, één grote wat wij informatiemachine zouden noemen? Allemaal speculatie.