Gaat de blog verder door de krochten van het niets.
Aan niets kun je je ook geen buil vallen.
Dingen verschijnen in het kader van de omgang ermee
Alles wat verschijnt sleept een hele wereld achter zich aan.
De dingen verschijnen dus niet geïsoleerd, zo van ik zie een tang, wat zou je ermee kunnen doen, een spijker uit de muur trekken maar ook een kies trekken, waar kun je hem krijgen, o, ja, bij de Gamma. Deze assiociaties zijn meteen al inherent als we de tang zien.
De wereld verschijnt via de dingen als het ware in hapklare brokken.
Bijvoorbeeld een stoel staat voor meubel, hout, meubelboulevard, zitten, kussens etc. etc.
Zeep voor baden, geur, lelietjes, uitglijden, schuim etc. etc.
De reclame maakt hier handig gebruik van door hun producten bij de kopers aan een bepaald levensgevoel en positieve emoties te koppelen.
Het Axe effect, chanelgeur en auto's zijn daar voorbeelden van.
Vroeger probeerde de tabaksindustrie sigaretten met cowboys en jetsetters te verbinden.
Tegenwoordig probeert de overheid letterlijk als tegengif roken met ziekte en dood te assioceren.
De dingen in de wereld verschijnen aan ons in het kader van de omgang ermee (aldus Heidegger in grote lijnen).
Roken en sport
Eigenlijk zijn alle dingen drie dingen. Wat het is,wat het niet is en iets.
Dit laatste is een rare constructie van de geest, iets kan men zich voorstellen, "niet iets" kan men zich niet voorstellen en bestaat niet. Als je zegt "een ding is iets" bezig je feitelijk niet zinvol taalgebruik.
Onze hersenen zijn uiteindelijk electronisch net als computers.
Je hebt stroom of geen stroom, groene stroom bestaat niet.
Stroom is er er of niet, alleen de kracht kan wisselen.
Groene stroom is helemaal niet groen.
In mijn jeugd speelden we een spelletje wel thuis niet thuis.
Omdat ik toen nog niet echt snugger was (nu wel) begreep ik het spelletje niet, maar het kwam er op neer dat je aan weerszijde van een paal aan dezelfde kant van deze paal uitkwam, wel thuis, of ieder aan een andere kant, niet thuis.
Een soort kiekeboespel, ik ben er wel, ik ben er niet.
Uiteindelijk is onze wereld binair
Uiteindelijk spelen de neuronen in onze hersenen ook een kiekeboespel. Miljarden kiekeboespelletjes in ons hoofd (of computer) creëren samen (de verschijning van) een wereld.
Eigenlijk is alles uiteindelijk binair, to be or not to be that is the question, ook op dit microniveau.
Om terug te gaan naar de vergelijking met de nachtwacht uit de vorige blog, "het niets" is dus als het ware het schildersdoek waar "iets" op verschijnt. In de "kunstmatig perspectiefwereld" van de tot leven gekomen figuren in het schilderij, is het schildersdoek dus "het niets" in tegenspraak waarmee alles verschijnt (Margritte begreep dit, zie afbeelding hieronder).
Hoe komen de figuren in het schilderij er achter dat basis van hun verschijnen een schildersdoek is? Misschien gaan ze bij zichzelf te rade en stuiten in dit zelfonderzoek, na lagen verf, uiteindelijk op schildersdoek. Ze gaan de rest van hun wereld ook onderzoeken en stuiten ook daar weer op schildersdoek.
Ze worden bang en depressief, ze zijn uiteindelijk slechts klodders verf op een schildersdoek.
Anderen gaan in een schilder geloven maar krijgen slaande ruzie over de vraag of ze nu door een reclameschilder, meerdere schilders, illustrator, striptekenaar etc. zijn geschilderd.
Die schilder hoort echter tot een andere wereld, ze kunnen tot de schildersdoek komen die ze al niet begrijpen.
Margritte had het door, is hier sprake van een schildersdoek of ?
Hetzelfde geldt voor ons, wij kunnen denken tot aan "niets", niet eens tot en met.
Overigens is het opmerklijk dat ik hier het voorbeeld aanhaal van een schilderij.
Wij zijn blijkbaar geneigd de wereld te zien in een ontwerp-productverhouding. Is dat wel waar?
Zowel in de natuurkunde als in de filosofie stuit men op problemen omtrent "niets".
Het ontstaan van het heelal uit het niets kunnen onze hersenen niet bevatten.
Natuurkundige speculaties (overigens wel leuk) over een multiversum en meerdere heelallen met eigen natuurwetten en grootheden steken in ongeloofwaardigheid de godsdiensten naar de kroon.
Misschien dat het beter is te erkennen dat ons denken niet verder komt dan het schildersdoek. Hoewel dat natuurlijk een saai uitgangspunt is. Ook Kant met zijn "ding an sich" waar hij zich bij neerlegde was toch wel een beetje saai.
Artistieke impressie van het multiversum
Omdat wij uiteindelijk in de kern "niets" zijn, kan de wereld, het "iets" zich voor ons aftekenen.
Wij zijn als het waren de gaten waardoor het niets in de wereld verschijnt.
De dingen
zijn alleen, wij zijn niet alleen maar wij zijn er ook voor onszelf.
Vanuit niets nemen we ook het iets dat onszelf is waar. Wij zijn dus voor onszelf een ding tussen de dingen, maar we zijn ook de bron van de verschijning van alle zijnden.
Als wij dat "niets" van waar uit we uiteindelijk beschouwen, nu ook zouden kunnen zien dan zouden we de wereld beter begrijpen, maar dat kunnen we niet vanwege het Droste-effect besproken in de vorige blog. Één blik in het niets en je bent als het ware dood. Elk nieuw moment doet het voorgaande teniet, behalve als je buiten momenten zou kunnen denken. Dit zou dan geen denken meer zijn want denken doe je in en met tijd. Mystici beweren iets soortgelijks te kunnen (beweren dit dus) zij zouden kunnen "schouwen".
Er zijn er die dit "niets" gelijkstellen met de Godheid. Dat kan, maar is dat zinvol? Hetzelfde heeft een soort sekte in de jaren '60 met Lou de palingboer gedaan, een godsdienstwaanzinnige die zichzelf tot god uitriep en volgelingen kreeg. Een palingboer kun je dus beter palingboer blijven noemen, niets is niets.
Lou (God) en zijn vrouw Mien
Nou ja, zo kan ik nog wel een uur doorgaan.
Toch is er iets vreemds aan de hand met het computerachtige van onze hersenen.
In feite zijn onze hersenen een verbijsterend ingewikkelde electronische infrastructuur.
Maar stel nu dat ze jouw infrastructuur één op één na zou kunnen maken.
Je hebt dan een exacte kopie met dezelfde herinneringen, denkbeelden etc.
Je hebt dus een soort kloon van jezelf.
Stel nu ook dat deze kloon nog "uitstaat" en aangezet kan worden.
Alvorens hij aangezet wordt, wordt jij om het leven gebracht.
Twee is teveel en het zou toch niets uitmaken.
Eenzelfde infrastructuur zou weer rondlopen, niemand zou het verschil merken, alles is exact hetzelfde.
De kloon zou dezelfde herinneringen, gedachten en reacties hebben als jij.
Wat zou er gebeuren? Precies, je zou panisch worden, zelf zou je er niet meer zijn, alleen een exacte kopie loopt nog rond, maar daar heb jij niets aan, je doodsangst zou geen cent minder zijn. En terecht want iedereen die dit verhaal leest weet dat jij er niet meer bent als je wordt vermoord en een soort kloon tegelijkertijd geactiveerd.
Maar waarom? Dezelfde electronische infrastructuur is er dan toch nog?
Wel zou deze uit andere cellen enzo bestaan, maar jijzelf bestaat ook al lang niet meer uit dezelfde materie als bijvoorbeeld 60 jaar geleden. Bovendien wat zou dat uitmaken, het bewustzijn wordt toch gegenereerd door de infrastructuur, niet door de atomen?
Beam me up scotty
Soortgelijke gedachtenexperimenten zijn uitgevoerd met als voorbeeld de serie Star Wars.
Je zou daarin tot in de kleinste moleculen afgebroken kunnen worden en elders weer opgebouwd worden.
"Scotty beam me up".
Hoe is dat mogelijk in dit gedachteexperiment, de infrastructuur bestaat nog (weer) maar jijzelf bent weg?
Ik heb geen flauw idee.
Wordt vervolgd.