Translate

vrijdag 5 oktober 2012

ALLES IS AANWEZIG OF HET ANDERE


De vorige blog in normaal taalgebruik, een poging, maar misschien zit ik fout, deze blog is immers geen filosoof. 


Omdat ik bijvoorbeeld van een lekker glas bier kan genieten ben ik geneigd de ander te tracteren.
Zou ik zelf niet kunnen genieten, zou ik niet weten wat dat is, dan had geen enkele reden een ander te tracteren. Stel dat een ander met krukken en een zeer been in de trein moet staan. Ik ben dan geneigd te helpen door mijn plaats aan te bieden omdat ik zelf weet wat het is om pijn te hebben.
Deze pijn hoort bij de wereld als “er is”, waarin ik afhankelijk ben.

Beide aspecten van de het leven, het genieten en de afhankelijkheid zorgen ervoor dat de ander een appél op ons kan doen. Wij begrijpen dan de ander als onszelf, als het andere in onszelf. In principe is dit ethisch. We moeten moeite doen om de ander niet te zien, niet op te staan voor iemand met krukken bijvoorbeeld, te slaan of erger. Daarvoor moet hij dus eerst ontmenselijkt worden, medelijden en spiegelneuronen moeten uitgeschakeld worden, vaak lukt dat aardig.


Globaal gesproken bestaan er twee met elkaar gemengde visies over de grond van de wereld.
De ene visie gaat uit van de eenheid van alles. De uiteindelijke grond van de mens en van de wereld zou dezelfde zijn. In de mens slaat de natuur de ogen op. Dus door de mens, zoals ontstaan in de evolutie, wordt de natuur zich van zichzelf bewust (op deze planeet zou je daar aan toe kunnen voegen). Mens en natuur zijn één.
Het ego is slechts schijn, wie het ego overwint ziet het grote verband. God is in alles in de natuur, is alles. Er is sprake van een in alles werkzame wereldgeest. Hier heerst dus een soort pantheïsme. Alles is in principe aanwezig en ontplooit zich. De wereld is als het ware één organisme.
Door zichzelf te doorgronden doorgrond men de wereld, de godheid. De ziel van de mens is van dezelfde substantie als Gods wezen. De wereld is uiteindelijk in ons.
Deze visie bestaat (deels) in het Boeddhisme, vormen van mystiek, bij Hegel of bijvoorbeeld in de new-age beweging.



Ontsluiering, Monique van Zwieten 

Een tweede visie ziet de grond in het andere, verborgene, juist niet bereikbare. De wereld is niet in ons. Naast ons is er een wereld in het verborgene, het andere, de waarheid versluierd en ontsluierd zich. Het "ding an sich"van kant is niet opgelost.
Er is iets dat niet met het denken bereikt kan worden. Het “absolute niets” als tegenstelling tot “het zijn”, het met het denken onbereikbare uiteindelijke zelf in ons  dat uiteindelijk ook het andere is (misschien ook niets). Dan is er de ander, weerspiegeld in het andere in onszelf.
God, wordt dan gezien als het radicaal andere buiten het zijn.
Om met Taoisten te spreken, “men kan Tao alleen bij benadering leren begrijpen. In de tekst van de Daodejing wordt geschreven: "De essentie van Tao is dat het niet uitgedrukt kan worden. Als men denkt het wel te kunnen uitdrukken, dan is het niet Tao." Tao is immers vormloos en niet gebonden aan een vorm (wikipedia).
Juist dit andere zou volgens Levinas  als het ware de motor van de ethiek zijn. Dit andere moet niet overwonnen worden om tot een éénheid te komen, het andere moet juist gerespecteerd worden.

Interessant is het neoplatonisme.
Plotinus spreekt van "het ene" buiten alle categorieën van zijn en niet-zijn. "Zijn" is een atribuut van objecten waar het ene buiten valt.
Gedachten kunnen er niet aan toegeschreven worden omdat dit een dualiteit tussen gedachte en denker verondersteld. Aldus Plotinus.