niet precies, maar wat dan?
Je hebt reductionisme. Sociale en psychologische processen berusten op biologische processen Niet dat ze hetzelfde zijn, maar ze komen er uiteindelijk uit voort. We moeten eten, drinken, willen ons voortplanten etc.
Biologische processen berusten weer op chemische processen, hormonen, aminozuren etc. Die op hun beurt weer berusten op natuurkundige processen in moleculen, atomen en elementaire deeltjes.
Daarmee is alles dus natuurkundig en wiskundig verklaarbaar.
Maar daarmee beginnen de problemen pas echt. De moderne natuurkunde is relatief jong. Er worden verbazingwekkende ontdekkingen gedaan en dat zal komende eeuwen, als men zo doorgaat, waarschijnlijk zo blijven. We hebben zwarte gaten, Higgsdeeltjes, de relativiteitstheorie etc ontdekt. LDe bewering dat alles natuurkundig verklaarbaar is kan kloppen, maar daar zou je dan bij moeten zeggen dat we de natuur zelf nog lang niet helemaal kunnen verklaren. De samenhang tussen grootheden als tijd, ruimte, materie, energie en krachten is nog niet helemaal doorgrond.
Galileï 1564-1642 Wikipedia
De vraag is of we niet in een bodemloze put kijken waarin steeds nieuwe verklaringen elkaar nodig hebben, niemand weet het.
Een ander punt is de begrenzing.
Hoe verder je reduceert hoe minder begrenzing een rol speelt.
In de psychologie heb je nog met een af te bakenen persoon te maken.
In de biologie wordt dat al moeilijker. We bestaan voor een deel uit miljarden bacteriën met ander DNA dan wij. Scheikundige stoffen en natuurkundige processen zijn al helemaal niet persoonsgebonden. Op dit niveau valt het individu weg. Een elektrische lading in een cel of wolk is hetzelfde verschijnsel op een andere schaal.
Natuurkundige processen bouwen zichzelf op tot bewustzijn, alsof stenen uit rotsen bijvoorbeeld een gotische kathedraal samenstellen met al zijn symboliek. Aristoteles zou hier een "doel" van natuurkundige processen in zien. Wij houden van toeval, het bewustzijn "valt ons toe", we verklaren het niet door een inherent doel in de natuur. Je kunt dezelfde kathedraal in zandsteen, graniet, of zelfs schuimrubber bouwen. We kunnen hem lezen, het is een gegevensdrager.
Het feit dat we natuurkundig en" toevallig" te verklaren zijn betekent dat we meervoudig realiseerbaar zijn. De reeks verschijnselen die wij als mens zijn, zijn in materie te reconstrueren.
Alleen is het vreemd dat als je iemand na zou bouwen dat je dan een dubbelganger krijgt en niet een op twee plekken aanwezig bewustzijn.
De natuur bouwt zelf na in de vorm van tweelingen en die hebben toch ieder een op materie gebaseerd bewustzijn, zelfs Siamese tweelingen.
Siamese tweeling Wikipedia
Tijdsbeleving en bewustzijn huist dus in de materie, materie vervult een grens bepalende gegevensdrager rol, een knooppunt rol in tijd en ruimte.
Toch is ook hierbij iets merkwaardigs aan de hand. Die gotische kathedraal heeft helemaal geen symboliek. Alleen voor ons wel, we lezen deze symboliek, het is afgeleide symboliek.
Die symboliek zit in ons en die hebben we naar steen vertaald, we lezen hem. Het is een gegensdrager. Een computer kan denken, alleen maar voor ons. Voor de computer zelf heeft denken geen enkele symboolwaarde. Voor mensen echter is denken een meta-symbool, een verzameling van alle gedachte/symbolen die echter niet zichzelf omvat, een verzameling kan zichzelf niet kan bevatten. Een computer kan alleen maar binnen de verzameling opereren, zij is ook geconstrueerd door acties binnen deze verzameling. Wat niet wil zeggen dat hij dat niet veel efficiënter zou kunnen denken dan wij, alleen de zin van dat denken berust bij ons, ook al zou deze zich tegen ons keren. Een spontaan ontstane computer zou kunnen denken maar dat zou zonder zin zijn.
De verzameling van al onze gedachten maakt als denken geen deel uit van zichzelf, "de denker" hoort als gedachte over zichzelf niet bij de verzameling van al zijn gedachten, het begrip "denken" is zelf ook een idee, een gedachte in tegenstelling tot bijvoorbeeld het begrip auto, dat is zelf geen auto.
Hier zit dus een paradox in als in de vraag of de kapper die de verzameling mannen knipt die niet hun eigen haar knipt zichzelf mag knippen.
De verzameling van al onze gedachten is zelf geen gedachte maar maakt deel uit van de verzameling tijdbeleving, tijdsbeleving die aan elke gedachte voorafgaat is soms uiterst minuscuul maar aanwezig. Tijdsbeleving voorafgaand aan elke gedachte is zelf geen gedachte, niemand kan vooralsnog uitdrukken wat het is want dan is het een gedachte en hoe het aan ons lichaam en de fysica verbonden is. Een computer kent dat niet, die staat aan of uit en kan alleen zinloos in de ledigheid buiten hemzelf denken (als je hem in de trein verloren bent terwijl het schaakprogramma aanstond bijvoorbeeld dat nu door niemand gevolgd wordt) hoe ingewikkeld je hem ook maakt of hij denkt tegen ons aan. Hij kan niet tegen zichzelf aan denken, hij is geen gegevensdrager die zichzelf kan lezen en zo er een tweede systeem in zit dat dat wel kan dan kan hij niet tegen dat tweede systeem aan denken etc. etc. hij kan alleen maar denken anders staat hij uit, hij heeft geen bewustzijn/tijdsbeleving.
Die symboliek zit in ons en die hebben we naar steen vertaald, we lezen hem. Het is een gegensdrager. Een computer kan denken, alleen maar voor ons. Voor de computer zelf heeft denken geen enkele symboolwaarde. Voor mensen echter is denken een meta-symbool, een verzameling van alle gedachte/symbolen die echter niet zichzelf omvat, een verzameling kan zichzelf niet kan bevatten. Een computer kan alleen maar binnen de verzameling opereren, zij is ook geconstrueerd door acties binnen deze verzameling. Wat niet wil zeggen dat hij dat niet veel efficiënter zou kunnen denken dan wij, alleen de zin van dat denken berust bij ons, ook al zou deze zich tegen ons keren. Een spontaan ontstane computer zou kunnen denken maar dat zou zonder zin zijn.
Gegevensdrager
De verzamelingsleer
Vraag is echter waar de "voor zichzelf" in materie zit. Een bouwwerk dat voor zichzelf symboolwaarde heeft. In feite zijn we dat zelf. De symboolwaarde die ons wordt toegekend is soms
totaal verschillend met die die wij onszelf toekennen. Wij zijn een
gegevensdrager die gelezen wordt, maar ook een gegevensdrager die zichzelf
leest. Wij lezen onze eigen gedachten. De verzameling van al onze gedachten maakt als denken geen deel uit van zichzelf, "de denker" hoort als gedachte over zichzelf niet bij de verzameling van al zijn gedachten, het begrip "denken" is zelf ook een idee, een gedachte in tegenstelling tot bijvoorbeeld het begrip auto, dat is zelf geen auto.
Hier zit dus een paradox in als in de vraag of de kapper die de verzameling mannen knipt die niet hun eigen haar knipt zichzelf mag knippen.
De verzameling van al onze gedachten is zelf geen gedachte maar maakt deel uit van de verzameling tijdbeleving, tijdsbeleving die aan elke gedachte voorafgaat is soms uiterst minuscuul maar aanwezig. Tijdsbeleving voorafgaand aan elke gedachte is zelf geen gedachte, niemand kan vooralsnog uitdrukken wat het is want dan is het een gedachte en hoe het aan ons lichaam en de fysica verbonden is. Een computer kent dat niet, die staat aan of uit en kan alleen zinloos in de ledigheid buiten hemzelf denken (als je hem in de trein verloren bent terwijl het schaakprogramma aanstond bijvoorbeeld dat nu door niemand gevolgd wordt) hoe ingewikkeld je hem ook maakt of hij denkt tegen ons aan. Hij kan niet tegen zichzelf aan denken, hij is geen gegevensdrager die zichzelf kan lezen en zo er een tweede systeem in zit dat dat wel kan dan kan hij niet tegen dat tweede systeem aan denken etc. etc. hij kan alleen maar denken anders staat hij uit, hij heeft geen bewustzijn/tijdsbeleving.
Rodin De Denker Wikipedia