Wederom een
speculatieve blog.
Vroeger was
het heelal netjes en duidelijk, een ding in de eeuwige ruimte en tijd. Materie
was de speler, ruimte en tijd het toneel. Sinds Einstein is die visie
veranderd. Materie, tijd en ruimte interageren met elkaar. Er zijn zwarte gaten
waar zich ongekende fenomenen voordoen met betrekking tot materie, ruimte en
tijd. Materie is niet langer de speler in een ruimte/tijdtheater, het hele theater
speelt mee. Ruimte, tijd, materie en krachten spelen één groot “spel”.
Er is als
ware sprake van één grote Spinozistische substantie, Einstein refereerde ook aan
Spinoza.
Laten we
echter voor het gemak “tijd” isoleren.
Vroeger
bevond men zich in de tijd, men was als materie een speler in de eeuwige
ruimte/tijd.
Toen gaf
Kant ons een bril op.
Alles wat we kennen verschijnt aan ons dankzij die “bril”(van a-priori oordelen gevormd met behulp van de vormen van het verstand en zintuigen). Waardoor datgene buiten ons, "de wereld” a-priori gerangschikt wordt om aan ons te verschijnen zoals we deze wereld kennen. Met name met ruimte en tijd, die Kant als vormen van de zintuigen aanduidde. Die "bril" hebben we op omdat we met ons verstand (brein) en zintuigen tot een bepaalde soort horen. Zonder die bril bestaat er alleen maar één groot tijdloos "ding an sich" waarover we niets kunnen weten omdat het niet aan ons verschijnt. Objecten, soorten en andere specificaties maar bijvoorbeeld ook causaliteit nemen we dus alleen maar waar omdat ons verstand en zintuigen ons de wereld op een bepaalde manier laat zien.
Alles wat we kennen verschijnt aan ons dankzij die “bril”(van a-priori oordelen gevormd met behulp van de vormen van het verstand en zintuigen). Waardoor datgene buiten ons, "de wereld” a-priori gerangschikt wordt om aan ons te verschijnen zoals we deze wereld kennen. Met name met ruimte en tijd, die Kant als vormen van de zintuigen aanduidde. Die "bril" hebben we op omdat we met ons verstand (brein) en zintuigen tot een bepaalde soort horen. Zonder die bril bestaat er alleen maar één groot tijdloos "ding an sich" waarover we niets kunnen weten omdat het niet aan ons verschijnt. Objecten, soorten en andere specificaties maar bijvoorbeeld ook causaliteit nemen we dus alleen maar waar omdat ons verstand en zintuigen ons de wereld op een bepaalde manier laat zien.
Zonder die
"bril" is de wereld dus onkenbaar volgens Kant.
Google bril, Wikipedia
Vreemd is
dat hier sprake is van een bril die opgezet wordt door iets dat alleen door die
bril zichtbaar is, namelijk een “soort”. Een bril tovert dus iets te
voorschijn, dat datgene dat tevoorschijn is getoverd (soort) opzet om zichzelf
tevoorschijn te toveren om die bril op te zetten etc. .
De
Kantiaanse circel dus.
circel van kant Wikipedia
(Kant and lace is the same word in dutch :-))
(Kant and lace is the same word in dutch :-))
Met tijd en
ruimte is het nog vreemder gesteld. Tijd en ruimte zijn aldus Kant de vormen van de
zintuigen. Maar dat kan nooit kloppen. We kunnen immers alles wegdenken, behalve tijd en ruimte, tijd en ruimte zijn
we zelf, zonder tijd en ruimte zijn we er niet. Vanuit die positie kun je ook
geen bril opzetten. Tijd en ruimte zijn de bestaansvoorwaarden, de bron van de zintuigen,
van welke aard dan ook. Zintuigelijke waarneming is niet de bron van de tijd, maar tijd(en ruimte etc.) is de bron van zintuigelijke waarneming. We voegen tijd en ruimte niet toe aan onszelf, we zijn
het zelf.
Door Einstein
blijkt dat tijd en ruimte geheel met materie verweven is.
Eerst werd
dus gesteld dat we in de tijd leven. Kant stelt dat we met de
tijd leven, onze zintuigelijke waarneming zou ons tijd laten beleven, het is een modus van de zintuigen. Ieder van ons draagt dus een eigen, maar wel overeenkomstige, tijds/ruimtebril
mee.
In de
huidige visie zou je kunnen zeggen dat we van de tijd zijn
(vereenvoudigd omdat het begrip tijd dus niet te isoleren is zo blijkt). De tijd bezit ons niet wij bezitten de tijd (ruimte etc.).
In feite
zijn we in ons denken een soort metselaars. Met het op de juist manier stapelen
van bouwstenen bouw je een paleis, villa of kathedraal. Met digitale bouwstenen
bouw je een computer en als je maar genoeg bouwstenen aansleept kun je ook een “mind”
met tijdsbesef en intentionaliteit bouwen.
Bouwen met
bouwstenen is een formele, procedurele activiteit.
John Searles
schreef een artikel in 1980 “Minds, Brains, en Programs.
Met het
beeld van een Chinese kamer toont hij aan dat er onderscheid is tussen formele (Chinese)
taalkennis en intentionele taalkennis. Procedurale kennis, dus puur formele
kennis berustend op het procedurele combineren van de juiste zinnen zonder de
intentie te kennen. De lettercombinaties kloppen, de beelden en begrippen ontbreken, de manier waarop een computer taal kent. Een (niet Chinees kennende) ambtenaar in de kamer combineert feilloos de juiste
lettertekens op basis van een handboek, zonder wat Searle noemt over intentionele
taalkennis te beschikken. Als de ambtenaar het hele systeem compleet met handboek uit zijn hoofd
leert dan zit het hele systeem welliswaar in een intentioneel wezen gevat,
de ambtenaar zelf dus, maar is er nog steeds geen sprake van een intentioneel systeem. De ambtenaar kent zijn eigen taal echt, maar Chinees alleen tot en met de formele tekencombinaties.
Hoeveel procedurele elementen je ook combineert in bijvoorbeeld een computer, je zult nooit tot een “intentioneel”systeem komen. Intentionaliteit is, aldus Searles, een biologisch fenomeen, als fotosynthese of lactatie.
Hoeveel procedurele elementen je ook combineert in bijvoorbeeld een computer, je zult nooit tot een “intentioneel”systeem komen. Intentionaliteit is, aldus Searles, een biologisch fenomeen, als fotosynthese of lactatie.
Fotosynthese
Wat hij met
intentioneel bedoeld maakt hij niet duidelijk in het artikel.
De terechte
kritiek van Searles is dat je imitatie en simulatie door elkaar haalt en dat
het idee dat met formele en procedurele bouwstenen intentionaliteit kunt creëren berust op dualisme.
Een materieel systeem genereert in dit geval een “mind”. Je hebt dus twee
dingen, het materieel systeem en de mind.
Intentionaliteit
zit dieper in het systeem, zo werd met weinig succes vervolgens beweerd. Als je
maar genoeg blijft stapelen en bouwen, tot op nano-niveau aan toe, zou je een
intentioneel systeem krijgen. Een hoop niet altijd even zinnige dingen werden
geschreven over “het Quantumbrein”etc..De Quantumwereld als een soort
wonderwereld van waaruit veel verschijnselen die er in wortelen verklaard
kunnen worden.
Terug naar
tijd. Volgens mij kun je een systeem tijd laten meten, maar nooit laten
beleven. Een systeem is datgene wat het doet, maar kan nooit afstand van
zichzelf nemen (in de tijd).
Een systeem
kent alleen maar afgeleide tijd, wij beleven de tijd in een systeem. Volgens mij
zijn wij, mensen en dieren, modules van de tijd (versimpeld beeld dus omdat
tijd interwoven is met materie, krachten etc..). Een insect is tijd met een
insectenmodule, een olifant tijd met een olifantenmodule en wij tijd met een
mens (Jan, Piet, Kees) module.
Wat ons
intentioneel maakt is dat wij niet samenvallen met onze eigen module. Als die
niet of half werkt zijn we er nog. We kunnen er tegenaan kijken, zelfs een
insect (misschien in mindere mate en insectenperceptie van tijd zal sneller gaan).
Wij zijn
modules vanuit de tijd, de modules die wij maken zijn afgeleid en zullen nooit
een eigen tijdsbesef krijgen.
Modules
Interessant
is Kant visie op rekenkunde en meetkunde als functies van tijd en ruimte. Dat is de
rede waarom wiskundige en meetkundige waarheden ons overstijgen, het zijn functies
van datgene wat we uiteindelijk zelf zijn. Als we sterven vindt er als het ware een
lokale harde reset plaats, de tijd blijft voortbestaan en vormt nieuwe modules,
misschien ook dankzij de eerder besproken denkfactoren. Wij dragen echter niet
de tijd, ruimte en rekenkunde, tijd, ruimte reken- en meetkunde dragen ons. De
tijd, ruimte, reken- en meetkunde in ons is dezelfde als die buiten ons, om met
de Stoïcijnen te spreken.
Cel Wikipedia
Hoe deze
verbinding tussen tijd en leven in elkaar zit? We weten dat leven, zoals wij
het kennen, een verbinding is tussen koolstof en elektromagnetisme is (dus
inderdaad wel verschijnselen op nano-niveau). In een cel vinden elektromagnetische
verschijnselen plaats. Wellicht zullen we meer van ruimte tijd en materie
moeten weten om een en ander te duiden.