CONATUS
Ogen, oren, dinosaurussen, tentakels, hersenen, geweien etc.
In sterren en door supernova's vinden processen plaats waardoor ingewikkelde
chemische verbindingen ontstaan. Kristallen, koolstof, aminozuren etc. worden
in de natuur gevormd, je hebt sterren in allerlei categorieën. De natuur is aan
het schaken, “ontwerpen”, aan het denken dus en is wat wij zouden noemen
creatief bezig.
Als wij dus datgene dat in ons hoofd plaatsvindt denken noemen, dan vindt dat
in de natuur als geheel ook plaats. Denken is niet beperkt tot de elektronische
infrastructuur die wij onze hersenen noemen maar vindt ook daar buiten plaats
en gaat daar aan vooraf. Door dat proces van selectie, keuze, verwerping en
opnieuw selectie is onze elektronische infrastructuur, ons brein, ontstaan.
Door een niet menselijk onbewust denkproces, een serie natuurverschijnselen. De Stoicijnen
legden al een verbinding tussen de logos in de mens en in de natuur. De natuur heeft
een "ingebouwde" logica waaruit het menselijk denken voortvloeit.
In Also Sprach Zarathoestra
schrijft Nietzsche: “Het lichaam is een groot verstand. (…) Er zit meer
verstand in uw lichaam dan in uw grootste wijsheid”. Hij onderscheidt het grote
denken van de natuur en het kleine denken van de bewuste geest. Waar loopt echter de grens tussen
het menselijk denkproces in hersenen en het denkproces in de natuur. Is er dat
wel? Uiteindelijk krijgen wij ideeën, ingevingen en schiet het ons te binnen.
Uiteindelijk wortelen onze ingevingen in de natuur.
Diep van binnen weten we dus dat dit met een "vrije wil"niets te
maken heeft. Wij denken niet, het denkt in ons. Het denken is niet het
resultaat van een omgrensd ik.
Spinoza zag
een principe in de natuur, de Conatus, een Latijnse term
die "inspanning", "drang" of
"streven" betekent en een centraal concept in zijn filosofie. Conatus heeft betrekking op de inherente neiging van
elk ding om in zijn bestaan te volharden en zichzelf te handhaven. Geen enkel
ding kan vernietigd worden dan door een externe oorzaak, het stellen van een ‘ding’
houdt dat in feite reeds in. Hierover later meer. In tegenstelling tot Descartes
zag Spinoza hiermee wel een doel in de natuur, het zich handhaven. Descartes
zag alleen indolente uitgebreide substantie naast geestelijke substantie.
Zowel op
superkleine zowel als op supergrote schaal vertoont materie gedrag, is materie
méér als de uitgebreidheid van Descartes? Materie is onderhevig aan de wetten
van de logica en de natuur. Als we spreken over materie wil dat zeggen dat er
ook niet-materie bestaat. Maar waar eindigt de ruimtetijd waarbinnen alleen
relaties bestaan, moleculen, atomen, elementaire deeltjes etc.. en waar begint
materie als stof als zodanig. Wat is materie intrinsiek, de quidditeit, de “datheid”
ervan, dat wat het is buiten alle relaties?
Waar eindigt
het spel dat de stukken doet bewegen en begint het indolente hout van de
stukken? Bestaat er uiteindelijke materie met intrinsieke eigenschappen los van
relaties? Bestaat massa bijvoorbeeld als intrinsieke eigenschap? Wat is de
essentie van materie, heeft materie intrinsieke eigenschappen of worden de
eigenschappen van materie bepaald door onderlinge verhoudingen zowel naar het
allergrootste als allerkleinste geredeneerd tot in het oneindige? Wat is de
betekenis van groot en klein?
Denken,
geheugen en bewustzijn zijn nauw met elkaar verweven. Bewustzijn en denken zijn
verschillende dingen. Het grote denken van de natuur gaat niet aanwijsbaar
gepaard met bewustzijn. De combinatie tussen denken en bewustzijn begint
volgens het geldende paradigma bij het denken door middel van neuronen in onze
hersenen.
Bewustzijn
is echter, in tegenstelling tot denken, een moeilijk te definiëren en te bewijzen eigenschap. Bewustzijn is het
vermogen tot lijden, tot vreugde, tot het 1e persoonsperspectief. Hoe
is het om…… aldus David Chalmers[1].
Kwaliteit
van denken heeft in principe weinig te maken met bewustzijn. Hoogkwalitatieve
denkprocessen in AI zijn niet bewust.
De natuur heeft neuzen, oren, ogen en uiteindelijk onze hersenen geknutseld (tinkered) als aanpassingen van aan omstandigheden. Heeft de natuur ook ons bewustzijn geknutseld?Volgens het emergentisme kan bewustzijn vanzelf verschijnen bij het op een bepaalde manier gecompliceerder worden van hersenprocessen. Volgens vormen van panpsychisme of Russelliaans Monisme is bewustzijn geworteld op een meer elementair niveau in materie.
De natuur heeft dus neuzen, oren, ogen, geweien, frontaalkwabben etc.. laten verschijnen als middelen tot survival van de soort, is de verschijning van bewustzijn van dezelfde categorie, een middel tot survival? Of zou het kunnen dat (een vorm van) bewustzijn hoort bij de beginsituatie, bij de “omstandigheden” waarop natuurlijke selectie een antwoord is? Wat is het verband tussen de conatus en bewustzijn?
Is bewustzijn een resultaat van de conatus of is er een dieper verband? De eerste mogelijkheid heeft wellicht interessante repercussies voor zelflerend AI.
Volgens
Kant is het niet de wereld die ons bewustzijn vorm geeft maar ons bewustzijn
(vormen van de zintuigen en de categorieën van het verstand) vormt de wereld. Waarnemen
buiten ons bewustzijnsperspectief is niet mogelijk. De onderschatte Friedrich
von Schelling draait dit in feite om door het begrip bewustzijn te verbreden en
te verdiepen tot de natuur als geheel. Freud en vooral ook Jung verbreden
evenals Schelling het begrip bewustzijn. De argumenten van Kant zijn echter
zeer sterk. Ook het moderne Russelliaans Monisme en panpsychisme doen in feite
een nieuwe poging om het bewustzijn uit de individuele mens te halen en te
verbreden tot een in de natuur aanwezige fundamentele gegevenheid.
Wordt
vervolgd.
[1] Chalmers,
David, ‘Consciousness and its place in nature’, in: Blackwell
guide to the philosophy of mind (Blackwell, 2003).