Translate

maandag 26 mei 2014

DE MACHINE

Stel je een eenvoudige wereld voor met alleen maar een kubus en bol. Deze wereld is overzichtelijk, er is maar één waarheid, de kubus en de bol. De voorsteller van deze wereld kun je niets wijsmaken. Het is zijn voorstelling. Er veranderd niets als hij dat niet wil. Hij bevindt zich op een archimedisch punt buiten de door hem voorgestelde wereld.

Onze eigen wereld bevat miljarden vormen en gebeurtenissen, maar er is geen enkel archimedisch punt vanwaar je van buitenaf kunt beoordelen wat waar dan wel niet waar is. We zitten er voortdurend middenin. We zijn als de sproojesfiguren die bijvoorbeeld denken dat ze op een rond eiland zitten maar in werkelijkheid zich op de rug van een reuzen schilpad bevinden.

We lossen dit gebrek aan een referentiepunt op door een persoon buiten deze wereld te creëren, een god(en). Deze persoon weet precies wat wáár en onwaar is, hij ziet de wereld die hij zelf gemaakt heeft wél van buiten.Via deze God houdt een "geestelijke"elite, dankzij uitzonderlijke en vooral ook exclusieve contacten met deze persoon, ons op de hoogte hoe de vork in de steel zit. Door hun buitengewone contactuele eigenschappen voor wat betreft het "bovennatuurlijke"hebben zij een monopoly op de waarheid. Ieder die het met hen oneens is gaat in tegen de goddelijke wil die zij feilloos interpreteren en moet zo nodig gestraft en terechtgewezen worden. Vóór de dood door deze geestelijke elite, na de dood door de baas zelf.


Deze god hebben we gedood aldus Nietzsche, tot zijn ontzetting, hij beseft dat daarmee ook alle referentiepunten verdwenen zijn.

De dolle mens sprong midden tussen hen in en doorboorde hen met zijn blikken. 'Waar God heen is?' riep hij uit. 'Dat zal ik jullie zeggen! Wij hebben hem gedood - jullie en ik! Wij allen zijn zijn moordenaars! Maar hoe hebben wij dit gedaan? Hoe hebben wij de zee kunnen leegdrinken? Wie gaf ons de spons om de horizon uit te vegen? Wat hebben wij gedaan, toen wij deze aarde van haar zon loskoppelden? In welke richting beweegt zij zich nu? In welke richting bewegen wij ons? Weg van alle horizonnen? Vallen wij niet aan één stuk door? En wel achterwaarts, zijwaarts, voorwaarts, naar alle kanten? Is er nog wel een boven en beneden? Dolen wij niet als door een oneindig niets? Ademt ons niet de ledige ruimte in het gezicht? Is het niet kouder geworden? Is niet voortdurend nacht en steeds meer nacht in aantocht? Moeten er 's morgens geen lantaarns worden aangestoken? Horen wij nog niets van het gedruis der doodgravers die God begraven hebben? Ruiken wij nog niets van de goddelijke ontbinding? - ook goden raken in ontbinding! God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood! Hoe zullen wij ons troosten, wij moordenaars? Het heiligste en machtigste dat de wereld tot dusver bezeten heeft, is onder onze messen verbloed - wie wist dit bloed van ons af? Met welk water kunnen wij ons reinigen? Welke zoenoffers, welke heilige spelen zullen wij moeten bedenken? Is niet de grootte van deze daad te groot voor ons? Moeten wij niet zelf goden worden om haar waardig te schijnen? Nooit was er een grotere daad - en wie er ook na ons geboren wordt, omwille van deze daad behoort hij tot een hogere geschiedenis dan alle geschiedenis tot dusver geweest is!'-  (Wikipedia)

Zo schreef hij in "Die fröhliche Wissenschaft" in 1882.

Geen nood, sommigen hadden de oplossing. Er is immers geen God meer nodig om de waarheid te kennen.
Gedreven door zeer diepe ideeën en die zo goed waren dat ze wel waar moesten zijn, verkondigden ze dat hun ideeën de waarheid waren. Andere gedachten koesteren dan zij, zou gelijk staan aan leugens verkondigen en keihard afgestraft moeten worden. Stalin, Hitler en de Noord Koreaanse leiders wisten en weten precies hoe de wereld in elkaar zit, mede ook door de excellentie van hun persoonlijkheid. Een en ander leidde tot verschrikkingen.


Daarnaast werden ook minder schadelijke uitwegen bedacht.
Als er niets buiten de wereld is, dan is de wereld zelf het referentiepunt. Er wordt dan een"wereld"als eenheid verondersteld. Het "bovennatuurlijke"wordt afgeschaft, "de natuur"echter niet.
Wij zijn er en daartegenover een wereld. Dus geen god meer maar "de wereld" tegenover ons.
Deze wereld kan bevraagd worden
Evenals we echter een beeld van God schiepen naar onszelf zo stellen we ook "de wereld" naar ons eigen beeld. Een van onze meest voor de hand liggende kenmerken is dat we dingen produceren. We maken vuistbijlen, auto's, vliegtuigen etc.
God was dan ook van oudsher een producent, een "schepper". De "wereld"die hem vervangt wordt ook allereerst als producent gezien. We stellen de wereld de voor de hand liggende vraag die de ene producent aan de andere stelt; hoe heb je dat gedaan? Om iets te produceren heb je een bewegingsapparaat nodig. Zo ontwaren we ook in de natuur een bewegingsapparaat, natuurkrachten. Wat de essentie van deze krachten is weten we vaak nog niet.
De wereld, inclusief onszelf zien we als een technische constellatie. Is het misschien niet toevallig dat de filosofieën van Schopenhouwer en Nietzsche over wil en wil tot macht net in de tijd van de industriële revoluties zijn ontstaan.


William Turner, rain, steam and speed
 
Wij doen hetzelfde als de wereld, we maken dingen. We zijn producten en we maken producten, alles is een productiemachine, de evolutie, de economie, de techniek. Het hoogste doel is productie.
We verlengen onze armen met hijskranen, we maken onze benen sneller met auto's, onze hersenen met computers. We hebben ook nog bewustzijn als product van de natuur. Alles wat de natuur produceert berust op techniek, dat kunnen wij ook, nu zijn er al machines die sneller kunnen denken, dus zullen er machines komen die beter kunnen "bewustzijnen" (not existing verb from consciousness) dan wij. Aldus zullen we door onze eigen techniek overgenomen worden. Techniek van "de wereld" en van ons is het enige dat er toe doet, de rest is onwaarheid, in deze visie.

Natalja Gontsjarova, De Fietser 1913
 
Alles wordt verwerkwoordelijkt, beter functioneren is wáár, "de natuur"is immers net als die dooie God een producent. Niet produceren, slecht functioneren is leugenachtig en moet afgestraft worden. Iets dat niet functioneert heeft geen "bestaansrecht".


De vragen die we ons kunnen stellen zijn is, is er wel een "de wereld" analoog aan die simpele verzonnen wereld met kubus en rechthoek.
Misschien dat we die na God ook af moeten schaffen.
Een andere vraag is, wordt er wel geproduceert. In zekere mate wel, de evolutie is een productiemechanisme van de natuur.
Als bijvoorbeeld een vogel niet goed functioneert dan gaat hij dood, bijvoorbeeld een pauw die niet kan pronken plant zich minder makkelijk voort, net als een mens zonder dure auto.
Onder functioneren wordt dan voortplanten verstaan, dus toch produceren. Maar zijn er binnen grotere verbanden ook andere denkwijzen mogelijk?


Magritte vogelvlucht
 
Is die vogel wel alleen de productie-eenheid die wij erin zien?
Hij beleeft ook tijd, en tijd is niet te verwerkwoordelijken. En als alles op functioneren en op produceren gericht is, dan ga je uit van een geheel, bestaat er dan ook een megafunctioneren, een functioneren van het "geheel"?  En waartoe en waarin functioneert dat geheel?



zondag 18 mei 2014

IS THERE ANYBODY OUT THERE?

De wereld waarin wij leven bestaat uit een kluwen van onderling verbonden verhalen.
Ook aan objecten zijn verhalen verbonden die tegelijk met het verschijnen van het betreffende object aanwezig zijn. Zonder dat we ons meteen van alle verhalen bewust zijn. De herinnering aan de verhalen speelt mee in de waardering van het object. Als voorbeeld heb ik de auto genoemd in de vorige blog, sommige mensen hebben een hekel aan auto's, dan spelen de verhalen van ongelukken en milieuvervuiling op, anderen houden van auto's, dan spelen de verhalen over vernuftige techniek, vrijheid en snelheid een hoofdrol. Dat wil niet zeggen dat die verhalen bij het zien van een auto steeds te boven komen. Ze spelen op de achtergrond, onbewust, een rol. Daarom proberen reclamemakers dus hun product aan een positief verhaal te verbinden, bijvoorbeeld aan jeugd, schoonheid, vrijheid etc.
Wat bepaalt nu het waarheidsgehalte van een verhaal?

Gaan we naar objecten.
Stel dat er in een wereld maar één object zou zijn, een bol.
Het zou dan geen enkele zin hebben om eigenschappen van deze bol te beschrijven.
Hij is rond, alles is rond in die betreffende wereld, de term rond zegt niets. Die bol is alles dat er is, in deze wereld bestaat geen onderscheid. Bol is identiek met het gehele zijn in deze wereld.

Stel nu een andere wereld voor waarin zich een bol en een vierkant bevinden.
Dan heeft het zin om zaken te beschrijven, zodat je weet of je met het vierkant of de bol te doen hebt.
In deze wereld bestaat dus onderscheid. Over de bol dan wel het vierkant valt iets te vertellen.
In deze wereld bestaat ook de mogelijkheid van "onwaarheid". Je kunt zeggen dat er twee bollen zijn. Je kunt ook afspreken dat je zowel een bol als een vierkant "bol" noemt en aldus spreek je geen onwaarheid als je zegt dat er twee bollen zijn. En toch is er vanuit het perspectief van ons buitenstaanders weldegelijk een waarheid, namelijk een bol en een vierkant.

Als er dus sprake is van onderscheid speelt het probleem van waarheid/onwaarheid.
Kernvraag is, waarin onderscheidt het ene zich van het andere?
Het vierkant onderscheid zich van de bol omdat het hoeken heeft. Dat is waar. Maar ook omdat het vlakke kanten heeft. Twee waarheden.
Maar het vierkant onderscheid zich niet van de bol omdat het geen rechte hoeken heeft. Dat is een leugen.

In onze wereld zijn miljarden objecten die zich allemaal van elkaar onderscheiden. Ook het verbinden van foute attributen aan een object berust uiteindelijk op onderscheid. Als je zegt dat een vierkant een scherpe hoek heeft dan onderscheid je vierkanten niet goed van driehoeken bijvoorbeeld. Als je zegt dat meeuwen slagtanden hebben dan onderscheid je meeuwen en olifanten niet op de juiste manier van elkaar. Onwaarheid berust dus op het maken van foute onderscheiden. Bijvoorbeeld vrouwen zijn dommer dan mannen,  Maar ook door foute verbanden. Verhalen verbinden of ontkoppelen juist gebeurtenissen en objecten aan elkaar. Maar vaak ten onrechte. Van volle maan wordt je krankzinnig (lunatic). De lichtval van de zon op de  maan wordt hier ten onrechte aan krankzinnigheid gekoppeld.


In de bol-vierkantwereld is alleen een bol en vierkant. Er bestaat niet zoiets als een onwaarheid. Pas met het spiegelen in een geest ontstaat de onwaarheid. Waarheid en onwaarheid heeft dus met spiegelen te maken en bestaat alleen in de geest (hersenen of wat dan ook).
Flauw, maar we kunnen dus in feite alleen zeggen, uitgaande van ons waarnemingsvermogen heeft bijvoorbeeld een meeuw geen slagtanden.

Een meeuw
 
In de denkbeeldige wereld met het vierkant en de bol is een duidelijke waarheid aanwezig. Er is een vierkant en een bol. Wij zien deze waarheid vanaf de buitenkant. Bovendien hebben we deze wereld zelf bedacht dus wij bepalen wat waar is.
Of er in onze wereld een waarheid aanwezig is valt niet van buitenaf door ons te bepalen. We maken zelf deel uit van onze wereld. Een. Vaak zijn we al door onze zintuigen en ons gevoel voor de gek gehouden, we zien de zon toch duidelijk om de aarde draaien.
Zijn objecten en gebeurtenissen ongeacht onze waarnemingen er wel op een bepaalde wijze net als in die wereld met de bol en het vierkant. Zou je onze wereld überhaupt op de juiste wijze kunnen spiegelen. Is er een "waarheid". Er zou een buitenstaander aanwezig moeten zijn om dat te bepalen.  Plato poneerde een ideeënwereld met vaststaande ideeën van een hogere realiteit. Later poneerde men daar God voor, in hem zou de waarheid geborgd zijn.
De enige borging die we nog over hebben is dat er dingen en gebeurtenissen zijn. Dat wil echter niet zeggen dat het niet mogelijk is dat de dingen er op een bepaalde manier zijn, waarvan wij maar een gedeelte kunnen waarnemen. Of er een vaststaande noumenale wereld is zou dus alleen een "buitenstaander" kunnen waarnemen. Wat we wel waarnemen zijn (natuur)wetten. Op zich is dat al bijzonder, dat datgene wat wij waarnemen (meestal) in wetten en formules valt te beschrijven. Als een muziekstuk in noten.
De vraag is of deze muziek alleen in ons aanwezig is, of dat de muziek er ook daadwerkelijk buiten ons is. Pythagoras dacht dat laatste, in feite heb je dan weer een hogere ideeënwereld van verhoudingen (cijfers) en wetten (relaties).



René Magritte
 
Maar misschien legt deze vraagstelling teveel de nadruk op het onderscheid tussen binnenwereld en buitenwereld. Binnenwereld is ook buitenwereld en andersom.  De  begrippen binnenwereld en buitenwereld deugen misschien wel niet. Zowel in als buiten ons hoofd vinden immers dezelfde fysieke processen plaats.


Magritte
 
In de in de vorige blog genoemde film Solaris van Tarkovsky naar de roman van Stanislaw Lem vindt ook een vermenging van binnenwereld en buitenwereld plaats. We communiceren met de buitenwereld maar ook met onszelf, waardoor we dan weer buitenwereld voor onszelf worden, voor dat gedeelte waartegen we communiceren.


In feite communiceert uiteindelijk dan de buitenwereld met ons als een soort merkwaardige planeet, onduidelijk is wat fantasie of werkelijkheid, dromen of waken is. Uiteindelijk komt echter datgene waartegen we communiceren en dat onszelf steeds voor onszelf naar buiten werpt misschien nog wel het dichtste bij een buitenstaander. Iets wat in feite niet in de wereld bestaat. Misschien als een soort geweten dat tegen de eigen gedachten  en/of gevoelens in bestaat.
De beklemmende vraag is, "is there anybody out there", om met Pink Floyd te spreken.




vrijdag 9 mei 2014

TECHNIEK EN OBJECTEN

Mensen verbinden gebeurtenissen aan elkaar in verhalen. Om mensen heen hangen als het ware verhalen, ze zijn verhalen (gebeurtenissen), door henzelf in het leven geroepen maar ook door andere mensen.
Het eigen verhaal, dat een bepaald mens of groep mensen over zichzelf heeft is vaak totaal anders dan het verhaal van anderen over die persoon of groep. Soms neemt dit kwaadaardige vormen aan, denk aan roddels. Luisteren naar elkaars verhalen en daarvoor begrip op proberen te brengen is belangrijk, verteller en luisteraar winnen daarbij.


Ook om objecten hangen verhalen. Alleen hebben objecten geen verhaal over zichzelf, ze bestaan alleen maar.
Als een oude Romein een auto zou zien, dan zou hij er niets van snappen. Er zou bij hem niets "dagen", hij zou niet weten wat hij ermee aan moest. Hij zou alleen maar een verzameling voor hem betekenisloos metaal en rubber zien.


Voor ons is een auto een verhaal. Je kunt ermee rijden, accelereren, hij staat voor mobiliteit en status maar ook voor milieuvervuiling, ongelukken en teveel asfalt.
Als wij een auto zien, zien we als het ware dat hele verhaal. Niet dat het hele verhaal bij elke auto door ons hoofd schiet maar toch is het verhaal aanwezig als we een auto zien. We herkennen hem meteen en hebben er een positief dan wel negatief gevoel tegenover al naar gelang de positieve elementen van het autoverhaal dan wel de negatieve elementen domineren.
Een auto is dus meer dan een middel tot vervoer, er hangt een heel verhaal aan vast over mobiliteit, status en milieuvervuiling, nauw verweven met andere verhalen. Bijvoorbeeld over oorlog om brandstof, fietsen etc.


Wat voor een auto geldt, geldt voor alle objecten. Om er een aantal te noemen: pistool, zweep, stropdas, goud, diamant, kruis, piano, vliegtuig, slipje, fles, theekopje, kastje, tafelkleed etc. etc.
We herkennen deze objecten onmiddellijk en als we ze zien is het verhaal over deze zaken aanwezig, zonder dat we dit verhaal helemaal voor onszelf afspelen. Deze zaken herkennen we onmiddellijk in hun context.
Voor ieder betekenen deze objecten iets anders, ze zijn verbonden met onze persoonlijke context, het woord fles heeft voor een alcoholist een andere betekenis dan voor een moeder die pas een baby heeft gekregen.


Beide zullen andere associaties krijgen bij het begrip fles, verbonden met hun eigen (levens)verhaal.
Probeer maar eens onbevangen naar een overbekend object te kijken, zonder het verhalende en anekdotische dat je er van weet, als een oude Romein naar een auto zou kijken, dat lukt niet.


 
René Magritte

Hetzelfde geldt voor de computer.
Het bedienen van de computer is al een verhaal op zich. Ook de computer is veel meer dan een technisch middel maar ook ingebed in een verhaal. Een verhaal van snellere en efficiënte administratieve processen, fantastische berekeningen waardoor wetenschap een enorme sprong voorwaarts kon maken, vermaak en entertainment. Maar ook van het overbodig worden van mensen, onpersoonlijke dienstverlening en gameverslaving.

Gameverslaving
 
Daarnaast is er het verhaal als zou de computer in de heel verre toekomst niet langer deel uitmaken van het menselijke verhaal, maar zou de mens worden gereduceerd tot een onderdeel van het voor ons onbegrijpelijke verhaal van veel intelligentere en zelfs bewuste computers.
 
 
Vaak zeggen deze verhalen uiteindelijk toch meer over onszelf dan over de technische objecten waar ze op geprojecteerd worden.
De verhalen rond objecten zijn niet inherent aan die objecten, wij hangen ze er zelf aan geïnspireerd door gebeurtenissen uit ons eigen leven. Ze hebben immers zelf geen verhaal over zichzelf, ze zijn alleen maar. Computers, auto's en wapens doen niets, wij laten ze dingen doen (wat niet wegneemt dat het volstrekt crimineel is dat een staat niet wenst te voorkomen dat wapens in handen van criminelen en gestoorden komt).

(cartoons voor Magma)

Computers zetten mensen niet buitenspel, maar er zijn mensen die computers zodanig gebruiken dat andere mensen buitenspel gezet worden.
Het verhaal over mobiliteit/vrijheid, snelheid maar vooral status verbinden we zozeer met de auto dat we nu met een autoplaag zitten. In plaats van vrijheid die we met de auto verbinden ontstaat er juist onvrijheid.


Techniek gaat verder dan alleen het zijn van een middel.
Wij maken er een afspiegeling van de samenleving van, van de verhalen die waarin we leven.

Probleem is het feit dat we onze verhalen niet alleen op objecten en techniek projecteren maar ook op mensen en dieren als ware het technische objecten. Mensen worden Fte's, soldaten, dan wel marketingobjecten, als waren het objecten zonder een eigen verhaal.
Een bepaald mens, dan wel groep mensen manipuleert dan een andere groep mensen/dieren met gebruikmaking van techniek zodanig dat de verhalen van die mensen dan wel dieren geen enkele rol meer spelen. De bio-industrie maar bijvoorbeeld ook slavernij, de industriële revolutie van de 19e eeuw of kinderarbeid zijn daar voorbeelden van.
 
Door de eeuwen heen hebben we mensen en dieren behandeld als waren ze objecten. Nu zijn we in onze nachtmerries over de verre toekomst dat onze eigen intelligente techniek ons als object gaat behandelen, voorbijgaand aan onze eigen verhalen.