Muziek is méér dan de muziekinstrumenten.
Een orkest is niet de muziek die het speelt. Zo zijn wij niet onze hersenen. Het orkest produceert muziek, zo produceren onze hersenen door middel van miljarden zenuwpulsen onze persoonlijkheid.
Niet altijd een even fraai muziekstuk, hierover later meer.
Het bewuste denken van dieren en mensen ligt ingebed in een breder denken, de slurven, gewei, oog en hersenmakerij van de evolutie en wat daar aan voorafging (en nog steeds bezig is).
Aan denken gaat echter iets vooraf. Toen Schopenhauer het "ding an sich"van Kant wilde doorgronden vroeg hij zich af hoe hij het dichtst bij een ding kon komen. Het meest nabije en bekende ding is het eigen lichaam. Het eigen lichaam kan men bestuderen, maar dan is het geen ding meer maar een door de grenzen van het waarnemingsvermogen beïnvloedde waarneming. Toch is het lichaam ook een ding an sich.
Als je het waarnemingsvermogen zoveel mogelijk uitsluit (helemaal is onmogelijk zo erkende hij) wat houdt je dan over met betrekking tot je lichaam, vroeg Schopenhauer zich af.
Zijn antwoord was "de wil", niet zozeer de bewuste wil, maar bijvoorbeeld de wil die uiteindelijk aan elke gedachte voorafgaat.
Het lichaam als ding gaat tegen onze ratio in
Ook buiten de biologie, dus met betrekking tot de levenloze natuur ziet Schopenhauer de wil als het essentiële. Freud gaat terug op de ideeën van Schopenhauer en verbazingwekkend genoeg heeft modern hersenonderzoek zijn ideeën bevestigd (al wordt hij ten onrechte niet in dit verband genoemd).
Vóór wij tot een bewuste handeling overgaan, zo is aangetoond, is er in de hersenen daartoe al lang beslist. Het ding an sich werd volgens Schopenhauer vooral gekenmerkt door de wil, die niet alleen in ons maar in alles aanwezig is. In het verlengde hiervan ontwikkelde hij een op het Hindoeisme lijkende (en daardoor beïnvloedde) filosofie van het zich afkeren van de wil. In zijn eigen leven heeft hij daar totaal niets aan gelegen laten liggen.
De gezamelijke wil van miljarden organismen is de motor van de evolutie
In de evolutie (nog redelijk onbekend in Schopenhauers tijd) speelt wil ook een hoofdrol. Een vis wil voedsel in steeds ondieper water en wordt na duizenden generaties landdier, die weer andere dieren wil eten zodat hij roofdier wordt, zich wil voortplanten, wil vechten en een gewei krijgt etc. etc.
Al die miljarden en miljarden willen en willetjes vormen samen het denken in de vorm van bovengenoemde slurven, geweien, ogen en hersenmakerij. De evolutie dus.
Zoals onze hersenen denken door middel van miljarden zenuwpulsen, zo denkt de evolutie door middel van miljarden wilsimpulsen, al dan niet aan hersenen ontsproten.
Aldus is ons bewuste denken dus ingebed in het (waarschijnlijk) onbewuste denken van de natuur.
Er is echter één voorwaarde. Alleen als wij datgene wat in ons hoofd plaatsvindt denken noemen, dan kunnen we doorredeneren en een natuur/denkproces erkennen.
Komt zo echter niet de weltgeist van Hegel terug, we redeneren antropomorf ?
Met betrekking tot natuurlijke processen zeg je bijvoorbeeld "het onweert of het is mooi weer".
Maar wat onweert en wat is mooi weer".
Hetzelfde heb je hier, "het denkt".
De denker die de natuur is kan mooie dingen tot stand brengen maar ook een volstrekte psychopaat zijn. Overstromingen, ziekten, tsunami's etc maken er deel van uit, de natuur laat zich niets aan de mens gelegen liggen. Ook het bewuste denken brengt op grote schaal psychopaten voort getuige bijvoorbeeld 1940-1945.
Wordt vervolgd.
Assad
De natuur als psychopaat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten