Translate

zondag 19 januari 2014

VERHALEN EN VORMEN


We zijn dus uiteindelijk tijdbelevers.
Tijdsbesef zonder gedachten en gebeurtenissen is de basis.
Niemand weet nog wat tijd is.
Een dimensie, maar je kunt net zo goed een krop sla zeggen, je hebt het probleem dan alleen maar verschoven.
Er is wel iets dat je over tijd kunt zeggen. Tijd is het medium van gebeurtenissen. Ruimte is het medium voor vormen.

Vader tijd, belichaming van de tijd

Gebeurtenissen verschijnen in tijd.
In de tijd die die wij beleven verschijnen gebeurtenissen in de vorm van waarnemingen, gedachten en handelingen. Vormen in de ruimte bewerken we, we proberen ze een doel te geven, we zijn “handig”.
We maken vuistbijlen, auto’s, gebouwen, stoelen, muziekinstrumenten etc. 

 

Zelfs heggen
 

Net als vormen proberen we ook gebeurtenissen vorm en samenhang te geven, dat doen we door verhalen. We streven ernaar aan gebeurtenissen net als aan objecten zin te geven.
We gieten gebeurtenissen in de “vorm” van een verhaal. Verhalen zijn vormen in de tijd.
Een muziekstuk is bijvoorbeeld ook een verhaal in de vorm van klanken.
De klanken zijn de gebeurtenissen, het muziekstuk het verhaal met de klanken. 

We streven naar samenhang

Alle gebeurtenissen binnen een bepaalde tijdsbelevingsbesef, waar dus niemand anders rechtstreeks bij kan (alleen indirect via taal), proberen we ook samen te vatten, ook een verhaal, een samenhang te geven, aldus ontstaat de persoonlijkheid het ik, de geest.
De gebeurtenissen van het lichaam dat wij waarnemen, we eten, drinken, zijn misselijk, hebben hoofdpijn, zijn verslaafd, hebben seks, voelen ons goed etc. etc. horen daarbij, evenals onze gedachten, waarnemingen van de buitenwereld, herinneringen en onze handelingen. Dit geheel wordt door de tijd heen bijeengehouden door het geheugen. Het (soms falende) geheugen bindt een serie gebeurtenissen die verspreid in de tijd plaatsvinden aaneen.


We beleven ons lichaam
 
Aldus is de “ik persoonlijkheid”, de menselijke geest, in essentie een gebeuren in de tijd, een verhaal en geen vorm of object. De mens/dier is een gebeuren.
De vorm van die ik persoonlijkheid in de ruimte is het lichaam, wij belichamen onszelf in de ruimte.
In onze maatschappij lijden we aan “gebeurenblindheid”, we zien alleen nog maar objecten.
We zoeken het “onze geest” op plaatsen waar we het nooit zullen vinden, in de ruimte als vorm, als object.
 
 
Een spook
 
De marketing leert ons product-denken, we gaan onszelf als een te poneren object, product zien. We zoeken de “ik” persoonlijkheid als een soort spook tussen de hersencellen en als we het spook niet vinden zeggen we (in de zienswijze van de mens als vorm) dat het niet bestaat.
De menselijke geest is echter geen bovennatuurlijk spook maar bestaat als gebeuren, als verhaal van het gebeuren binnen een omsloten tijdsbesef.


Hetzelfde geldt voor godsdienst. De god/de goden bestaat niet als rondwarend spook.
We willen bepaalde dingen belichaamd zien, gebeurens een tastbare en ruimtelijke dimensie geven. Leiders belichamen bepaalde gebeurens, bepaalde denkbeelden. Een koning belichaamd de staat, vandaar dat hij over zichzelf als wij spreekt.
Op dezelfde tijd ontstaan ook de goden. De belichaming van de liefde is bijvoorbeeld Venus, van wijsheid Athene, en van ongebreidelde natuurkrachten (zee en aardbevingen) Poseidon.
 
Athene
 
De Egyptenaren en Chinezen zagen hun farao/keizer niet toevallig als goddelijk. De farao was de zoon van Horus, later Ra de Chinese keizer had een goddelijke status als zoon des hemels, de koningen in Europa bezaten het goddelijk recht der koningen. De staat, een gebeuren in de geschiedenis werd belichaamd en vergoddelijkt. 



Alles wat als gebeuren de individuele mens overstijgt en wat ons overkomt, waar we geen macht over hebben wordt dus in verhalen/belichamingen gegoten, de god/goden/heiligen, aldus wordt er samenhang en zin aan gegeven.
Als object bestaan ze niet, als gebeuren weldegelijk, de meeste erediensten symboliseren ook een gebeuren.
De Goden worden door middel van een bepaald gebeuren, door riten, eerder nog dan door beelden opgeroepen/gerepresenteerd, bijvoorbeeld doop, dansen, communie, inwijding etc. gebeurens waarvan wij de symboliek meestal al lang vergeten zijn, althans niet meer aan kunnen voelen.


Tempel van Ramses II bij Abu Simbel
 
Als gebeuren bestaat God dus weldegelijk als je wilt, net als de menselijke geest, als je wilt. Je “geest” als belichaming van alle gebeurtenissen in je eigen, voor anderen ontoegankelijk, tijdsbesef, God als belichaming van de onbekende zin en samenhang van de wereld. Maar Geest en God zijn bedachte begrippen, ze bestaan niet buiten de menselijke “geest”. Je kunt er ook voor kiezen jezelf en de wereld als een onsamenhangende serie gebeurtenissen te zien.  Als je jezelf niet ziet als een zinvol samenhangend geheel van gebeurtenissen zul je de wereld ook als absurd beschouwen en andersom, in een wereld vol zinloze onsamenhangende gebeurtenissen kan ook geen samenhangend “ik” zijn omdat het deel van die wereld uitmaakt. Wat betreft menselijke geest en god zijn bestaan/niet bestaan niet altijd zinvolle begrippen, het is eerder een “laten” gebeuren of een liever niet laten gebeuren omdat het naief is overal doel en samenhang in te zien waar deze niet is. Als object, als spook, bestaat er noch een menselijke geest noch goden, hoe lang je ook zoekt. 

Sainte Chapelle Parijs
Object en verhaal
 
We hebben dus de neiging om gebeuren in de tijd “vorm” te geven in de vorm van verhalen.
Dingen in de tijd willen we als het ware ook ruimtelijk uitgedrukt zien maar ook andersom.
We geven  objecten ook een anekdotische, verhalende lading. Een schilderij vertelt vaak een verhaal, evenals bijvoorbeeld iconen, een foto of bepaalde objecten, een kruis, halve maan, davidster amuletten etc.. Maar ook museumstukken en gebouwen.


Taj Mahal, een gedicht in steen
 
Omdat we gebeurenblind zijn behandelen we mensen als objecten, we halen als het ware de mens uit zijn context. We geven ze geen kans, als ze “boventallig”zijn ontslaan we ze en in de zorg zijn het zorgeenheden. Als ze psychische problemen hebben stoppen we er vooral pillen in soms overigens terecht, maar we proberen als het ware vooral het object te verbouwen. Voor de mens als gebeuren en hoe de psychisch zieke mens tegen het gebeuren aankijkt hebben we geen oog (en tijd) meer.

Geen opmerkingen: