Het overerven van eigenschappen is een kwestie van leven of dood, aan of uit, nul of één.
Dit klinkt binair en dat is het ook. In feite is de evolutie een binair systeem dat zich uitstrekt over miljarden jaren en misschien daarvoor en ook elders in het heelal.
Ook niet levende materie evolueert, reeds sterren evalueren, wel op een iets andere manier dan organismen.
Evolutie is zonder meer een vorm van "denken", er zijn enorm gecompliceerde structuren uit voortgekomen, ogen, oren, hersenen en andere zaken waar we nog niet eens een idee van hebben.
Het overtreft het menselijk denken ruimschoots.
Leven/dood is dus een functie binnen een denkproces, hetzelfde als 0/1. Een onpersoonlijk denkproces, hierbij hoort echter de kanttekening dat als je iets een "persoonlijk" denkproces noemt, zoals in ons hoofd plaatsvindt je nauwkeurig zou moeten beschrijven wat een persoon is, en dat is nog nooit gelukt.
Medical facts.nl
Uit dit grote denken komt de evolutie van hersenen voort, het "kleine denken". Het denken in onze hersenen (geholpen door informatica) dat ook binair is. Onze hersencellen en computerchips zijn binair.
Het grote denken en het kleine denken zijn nauw met elkaar verbonden. Zonder het grote denken zou het kleine denken niet bestaan en zonder het kleine denken zou het grote denken niet herkend worden. Het is wat de stoïcijnen de logos in de mens en de logos in de natuur noemen.
(let wel, met de geest of God houdt deze blog zich niet bezig)
BBPR studieopdracht productiefactoren
De bekende "denkfactoren", analoog aan productiefactoren in de economie, zou je tijd, ruimte, materie en natuurwetten kunnen noemen.
De verhouding tussen deze vier grootheden is nog niet helemaal verklaard, wat materie nu uiteindelijk is weet nog niemand, hetzelfde geldt voor tijd en ruimte. Waar komen de natuurwetten vandaan en zijn ze veroorzaker van de drie anderen?
Ons denken is afgescheiden denken, in tijd, ruimte en materie en natuurwetten, wij beleven tijd, ruimte en materie.
Het grote denken is het denken van ruimte, tijd, materie en natuurwetten.
Onze "persoonlijkheid" danken we juist aan het feit dat we ons tegenover deze denkfactoren kunnen stellen. Niet het "ik"schept het denken, maar het denken schept "ik".
Natuurwet
Zonder tijd en ruimte kunnen we ons de wereld absoluut niet voorstellen.
Om over iets informatie te verkrijgen moet je weten waar en wanneer iets er is.
Als er geen natuurwetten zouden zijn zou tijd, ruimte en materie chaotisch zijn en het kenmerk van een chaos is dat er geen informatie in zit, anders is het geen chaos. Informatie heeft alleen zin bij wetmatigheid.
Het grote denken dacht dus zichzelf naar het kleine denken. In hoeverre dat regelmatig plaatsvindt op meerdere plekken in het heelal is onbekend, het is wel waarschijnlijk dat het meer plaatsvindt. Misschien dat het daar ook een totaal andere voor ons geheel onbekende vorm aanneemt. Zelfs het dierlijk denken op aarde is ons zodanig vreemd dat het ten onrechte vaak niet als denken wordt herkent.
Tierschicksale van Franz Marc
Wat kunnen we begrijpen, hoe verhoudt dit grote denken zich ten opzichte van ons denken.
In ons hoofd bevinden zich miljarden hersencellen, maar de natuur bevat in miljarden hoofden nog veel meer. Zelfs ons eigen lichaam is een denkend stuk natuur vol met organismen.
Aldus geredeneerd kun je stellen dat de natuur en wijzelf deel uitmaken van één gigantisch denkcomplex.
Temperatuurfluctuaties in de
kosmische microgolfachtergrond Kennislink
Misschien zullen we dan toch de ideeënleer van Plato van stal moeten halen.
Een bepaalde binaire constellatie (dood/leven, vurende cel, niet vurende cel) creëert een bepaald organisme/idee. In feite is een voorwerp/organisme ook een idee. Een reden waarom sommige vissen en walvisachtigen, en bijvoorbeeld een tasmaanse wolf (helaas vorige eeuw uitgestorven) en een hond op elkaar lijken.
Tasmaanse wolf, een buideldier. Wikipedia
Dit noemt men convergente evolutie.
De natuur werkt met soorten/ideeën, klasseert, gedreven door de omstandigheden, net als wij. De logos van de natuur zit immers ook in ons wij maken er deel van uit. Naarmate we zelf meer klasseren, zullen we ook meer logica in de natuur tegenkomen. We kijken dan in een spiegel. Hoewel we nooit zullen weten welk deel we spiegelen en wat er nog allemaal te spiegelen zou zijn. Onze ideeën in het kleine denken weerspiegelen de ideeën van het grote denken.
De vraag die je zou kunnen stellen is: waarom is er denken, zowel groot als klein en waarom zijn er de denkfactoren, tijd, ruimte, materie en natuurwetten?
Is er een soort anti-chaos principe?
Niet helemaal, het is juist chaotische klontering van materie die tot geordende structuren heeft geleid in het vroege heelal. Misschien is er een anti-chaosprincipe in die zin dat elke chaos uiteindelijk zijn eigen ordening genereert. Dat is denken, een chaotisch geheel structureren.
Elke structuur genereert dan weer zijn eigen chaos en dan begint het weer opnieuw.
Ergens moet het met 0 en 1 te maken hebben. Niets is niet chaotisch, één ook niet. Iets en niets is misschien de simpele oergedachte waarmee het hele heelal misschien begonnen is. Hoewel het heelal nooit begonnen is, want beginnen is een bepaling in de tijd en die was er niet vóór het heelal. En ook vóór en eerst zijn bepalingen in de tijd. Uitdijen kan iets alleen ten opzichte van iet anders dus dat is discutabel. Althans is uitdijen de juiste term?
De oerknal is denk ik eerder een soort "informatieknal" geweest bezien vanuit onze denkpositie.
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten